Vanochtend las ik op Twitter dat John de Wolf vandaag jarig is. 52 jaar, en dan besef je dat je zelf ook ouder aan het worden bent. Ik heb niet heel veel voetballende helden gehad. Kiprich misschien, en Tomasson. Ik beschouw(de) mezelf altijd meer Feyenoorder dan de spelers op het veld want voor een zak geld is iedereen te koop. Alleen onze clubliefde, die van de supporter, blijft.
De Wolf was een van de eerste spelers van Feyenoord die ook interessant was voor de roddelpers en daarmee ook een boegbeeld werd van het elftal waar ik (nog steeds) de meeste binding mee heb. Het kampioens-elftal ’92-’93 was ‘mijn’ elftal, zo voelt dat in ieder geval wel. Al kwam het maar omdat ik in die periode bijna alle wedstrijden van Feyenoord zag. Uit en thuis, en omdat ze prijzen wonnen. Dat had ik nooit verwacht na al die jaren van ellende daarvoor.
De Wolf in Luzern, voor de wedstrijd in 1992.
Ik zag De Wolf met zijn tulband in Eindhoven. In Luzern waar hij onterecht een rode kaart kreeg. Als bekerwinnaar, als kampioen en in zijn allerlaatste wedstrijd in Tilburg. In een voorheen dolend elftal was een onverzettelijke speler als De Wolf precies wat Feyenoord destijds nodig had. John, van harte. Bedankt voor de ellebogen, de tackles, de goals en de trots die je ons weer terug gaf. Sterker door strijd.