‘Je weet dat vissen dood kunnen gaan hé. Misschien worden ze niet heel oud?’ Ja, dat wist Bastiaan wel. Zijn theorie is dat ze in de hemel dan vliegende vissen worden. Best goed verzonnen al zeg ik het zelf.
Samen met oma gaat hij op pad om zijn verjaardagscadeau alvast uit te zoeken. Een aquarium met vissen, hij heeft het er al bijna een jaar over. Hij wil graag echte vissen op zijn kamer. Uiteraard gaat hij er zelf goed voor zorgen.
Sandra stuurt me een mailtje dat ze op pad zijn. Ik stel de wedervraag hoe zij denkt dat de vissen gaan heten. Bij het antwoord schiet ik in de lach. Nee, dat zal toch niet. Aan de andere kant, zijn pluchen poes heet Lotus en zijn konijn heet konijn. Dus zo vergezocht is het ook weer niet.
Als ik thuis kom is het aquarium al gevuld met kiezels, planten en water. Ik installeer het pompje en sluit het aan. Op de kast in de woonkamer zwemmen de drie vissen hun rondjes in een plastic zak, wachtend tot hun nieuwe verblijf klaar is. Ze gaan zo meteen wennen aan het water. Lotus, het echte exemplaar, heeft nauwelijks aandacht voor de nieuwe bewoners in ons huis.
‘Pap! Mam, wanneer mogen Jeroen, Sandra en Bastiaan uit de zak om echt te gaan zwemmen?’
Sandra had gelijk. We zijn sluierstaartvissen geworden.
