Van de meeste belangrijke gebeurtenissen in mijn leven weet ik nog wel waar ik was toen het gebeurde. Ik was er namelijk zelf bij. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik van mijn eigen geboorte, de eerste stapjes en mijn eerste woordjes niks meer weet.
Van alle andere dingen die ik voor het eerst deed zijn sommige gebeurtenissen vage herinneringen en andere niet geschikt om op het wereldwijde web te gooien. Bij de geboorte van Bastiaan was ik te laat net zoals mijn eerste sollicitatiegesprek bij mijn huidige werkgever. Beide buiten mijn schuld overigens.
Het is een soort van standaardvraag bij ‘belangrijke’ gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis geworden ‘Weet je nog waar je was toen toen dit en dat gebeurde?’.
Meestal weet ik dat wel, toen het gerucht ging dan Kurt Cobain zelfmoord had gepleegd vierde ik mijn 21e verjaardag. Bij het neerstorten van de MH17 hadden we een bedrijfsborrel en toen Michael Jackson stierf zat ik op een boot naar Engeland. Om maar wat voorbeelden te noemen.
Op 11 september 2001 bevond ik mijzelf in een tv-studio. Op Lowlands ’01 werd ik gebeld door mijn manager of ik mee wilde doen in een film die intern bij KPN gebruikt zou worden. IJdel als ik ben heb ik natuurlijk ja gezegd, of het kwam omdat ik al een paar biertjes op had toen ik gebeld werd.
De opnames waren op dinsdag 11 september 2001 en uiteindelijk zijn de opnames nooit gebruikt. De toon van de hele film was nogal té kritisch (en dat lag niet aan mij) en weinig productief. Dat zou de verandering die de film zou moeten bewerkstelligen niet ten goede komen.
Doordat ik de hele dag in een studio had gebivakkeerd was ik onwetend wat er zich in de wereld afspeelde. Nu zou het ene na de andere pushbericht op de smartphone binnenkomen. Destijds had ik een Nokia 5310 waar je mee kon sms’en en snake op kon spelen.
Op de radio in de auto op de terugweg leek een soort hoorspel aan de gang te zijn. Het leek of ik in een soort ‘war of the worlds’ terecht gekomen was. Op 3FM waren constant fragmenten van CNN te horen. Met gezwinde spoed reed ik terug naar kantoor waar ik, op een scherm waar normaliter storingen in het netwerk getoond werden, een toren zag instorten.
Hoe het allemaal afliep is veertien jaar later wel bekend (of niet eigenlijk, maar ik ben geen complottheorie-denker). Maar in de nasleep van die bewuste dinsdag maakte ik me eigenlijk meer zorgen om andere, voor mij meer triviale, zaken. Er werd de weken na 9-11 niet gevlogen en Feyenoord zou twee weken later in Praag spelen.
Het zou toch niet zo zijn dat, nu we net besloten hadden weer met Feyenoord mee te gaan in Europa, er iets wat duizenden kilometers verderop had afgespeeld roet in het eten zou gaan gooien? Uiteindelijk werd er wel gevlogen en na een sprintje op Schiphol (de gate-wijziging was wel erg last-minute toen we ontdekten bij een vlucht naar Madrid te zitten) vlogen Sandra en ik naar de Tsjechische hoofdstad.
De wedstrijd zelf was helemaal niks maar het Europese-mee-reis-virus werd weer aangewakkerd. En passant kwamen we op deze trip ook grote Kees en Menno tegen waar we nog vele tripjes en reizen mee zouden maken. De foto’s kun je bekijken door op een over de nederlaag denkende Jeroen te klikken. Want als ik bij een ding veel in mijn leven aanwezig ben geweest dan zijn het wel verloren uitwedstrijden.