Etappe 1. Le Bourget – Fontaine Chaalis
De winkel achter me heet Paristanbul en in het logo zitten zowel de eiffeltoren als de brug over gouden hoorn in Istanbul. Zelfs Fransen zijn blijkbaar goed in woordgrappen. Aan alles merk je dat je in een buitenwijk van Parijs bent. De slagers zijn overwegend islamitisch van signatuur en sommige winkels zijn dichtgetimmerd. Op een parkeerplaats staan we met het busje te wachten op de lopers en de fietsers die gestart zijn vanaf vliegveld Le Bourget. Ze beginnen met een run-bike-run waarbij een extra fiets ingezet wordt. Drie lopers zijn er op pad en 1 fietser voorop die navigeert.
Iets meer dan een half uur daarvoor zijn we gestart met de teams 335, 336, 337 en 338. En dat we gestart zijn is niet onopgemerkt gebleven. Door een erehaag van fakkels en vlaggen worden onze teams weggeschoten. Nu is het klaar met de selfies en het shinen op het startterrein. We trokken de aandacht van zowel andere teams als de organisatie. Nice kids, but can they deliver?
De avond ervoor op de camping kwamen andere teams al polsen bij onze BBQ. Bier en wijn vloeide rijkelijk en de koks zorgden voor een meer dan smakelijke maaltijd. Waar andere teams in hun trainingspak een wandelingetje maakten om de benen los te gooien vierde het bonte gezelschap onder de vlag van Team Gers! een feestje.
Ik ben dit jaar mee als chauffeur want wist van te voren niet of ik voldoende hersteld zou zijn na de marathon. Naarmate de start dichterbij komt begint het loopvirus te kriebelen. Volgend jaar dan maar weer als loper als het mogelijk is. Nu is het tijd om als chauffeur mijn team heelhuids van A naar B te krijgen. En dat ging bijna al mis op de camping. Niet gewend aan het rijden in een automaat maakte ik de fout om mijn linkervoet te gebruiken. Met bijna 5 bloedneuzen als gevolg. We kunnen er later hartelijk om lachen.
Op het terrein kom ik mijn team van vorig jaar tegen. Zij gaan om kwart voor een weg maar door een teambespreking heb ik ze niet uit kunnen zwaaien. Gelukkig heb ik wel een praatje met ze kunnen maken want ik ben ze nog steeds heel dankbaar voor het feit dat ik vorig jaar als invaller met ze mee mocht doen.
Op het parkeerterrein van Paristanbul wordt de loper afgetikt door de loper die in de bus is meegereden. De derde fiets gaat op de bagagedrager en we gaan verder op pad. Ik rij de eerste etappe en Menno navigeert en houdt de sfeer erin. Wij lopen stukjes van 1500 meter, dus na 1,5 kilometer moet ik een plekje zoeken waar ik de bus netjes neer kan zetten. De regels zijn dat je niet in de berm, op een fietspad of bij een bushalte mag staan. Met zoveel teams op pad zou dat een chaos worden.
Omdat alle vier de teams tegelijk gestart zijn doen we in het begin haasje over. De plek van bus 335 neem ik in als zij wegrijden en team 338 gebruikt mijn plekje een stuk verderop. Etappe 1 is iets meer dan 42 kilometer en de laatste tien daarvan gaan over het stuk waar ik vorig jaar begon te lopen, it brings back memories. Na een feestelijk onthaal en het aftikken van het B-gedeelte van 336 gaan we op weg naar de eerste pleisterplaats voor wat slaap en eten. De zon zakt langzaam achter de heuvels vol koolzaad. Behalve Roparun-teams is er geen kip op de weg. Zouden ze het songfestival aan het kijken zijn?
Etappe 2. Coudun – Douilly
De boerenschuur in Coudun ziet er uit als een tafereeltje uit de oorlog. Op veldbedden tussen de landbouwvoertuigen proberen mensen wat slaap te pakken. Vanuit een vrachtwagentje wordt eten geserveerd en iets verderop worden mensen gemasseerd. We krijgen door dat het B-gedeelte van ons team op een uur afstand is. Tijd om wakker te worden, wat te eten en onszelf klaar te maken voor de eerste nachtelijke etappe.
Als chauffeur en navigator is het zaak om ook voldoende eten en drinken mee te nemen voor de lopers onderweg, onze ogen op de weg te houden en de route te volgen. Een groene (en blauwe) lijn als we samen het parcours op mogen. Een blauwe lijn als de lopers en fietser bezig zijn met hun run-bike-run en wij ze een stuk verder weer oppikken. De stukken run-bike-run zijn natuurgebieden en binnensteden van plaatsen waar we met de auto’s teveel overlast zouden veroorzaken.
Langs de route vannacht zie ik alleen maar watertorens en de rode lampjes van windmolens. Ik krijg flashbacks van vorig jaar. Toen leek het er ook op alsof ieder slaperig dorpje een joekel van een watertoren had. Onze fietsster heeft het zwaar en kan even niet verder. Wij nemen het haar niet kwalijk. Ze heeft erg veel meegemaakt de afgelopen periode en het ijskoude Franse plattenland is nu even niet de plek om dat te verwerken. Praktisch gezien levert het wel even een hoofdbreker op. Eentje die we snel op kunnen lossen. Ik ga fietsen en de cameraman die mee was om een nachtetappe te filmen gaat navigeren.
Het is koud, erg koud. Iedereen heeft daar last van maar ik was niet op fietsen gekleed. Ik krijg snel een trui van Menno maar mijn dunne spijkerbroek houdt weinig tegen. Ik zeur niet, zo zit ik niet elkaar en probeer praatjes te maken met de lopers. Om hun zinnen te verzetten. Het gaat over Feyenoord, hardlopen en er worden flauwe grappen gemaakt. De koude nacht in Noord-Frankrijk is de plaats waar team 336A zich als 1 geheel vormt. Smells like teamspirit.
Als we het andere team aftikken hebben we nog een stuk te gaan naar onze pleisterplaats. Het plaatsje Bertry waar ik me vorig jaar aan de hema-worst en chocoladebroodjes tegoed deed. Tegelijkertijd welteverstaan. Dat ze daar nou nooit opgekomen zijn om dat te verkopen. Het broodje worst met chocolade, echt een delicatesse, daar ga ik rijk mee worden. Het feestje in Bertry laten we links liggen. Als we eenmaal bij de sporthal zijn ga ik op een veldbed in mijn slaapzak liggen. Voor mijn gevoel ben ik met een minuut onder zeil. Letterlijk.
Etappe 3. Bertry – Sebourg
Deze etappe rij ik weer. We hebben een nieuwe fietsster in het team en we hebben gezelschap gekregen van iemand van het social media team van Gers! Deze etappe wordt een dolle boel. Menno ziet er met zijn pruik uit als een Duitse metalhead in 1988 en ik niet veel later ook. We krijgen het nodige bekijks. Een nadeel van al deze gezelligheid is wel dat we een keer op een verkeerd punt op een loper staan te wachten. Na 10 minuten vragen we ons af waar hij blijft (bij 1500 meter en onze afgesproken snelheid zouden we na een minuut of zeven de loper wel weer in zicht moeten hebben.
Als we onze vergissing inzien is het een kwestie van keren en de route weer volgen. Ik zou echt zweren dat de blauwe lijn naar links ging. De rest van de bus is mijn getuige. De muziek gaat wat harder en de grappen en grollen gaan door. Deze etappe is leuk. Over Franse wegen komen we dichter en dichter bij Belgie. En als je in Belgie bent, dan ben je er bijna. Toch? We blijven haasje over doen met andere teams en ondertussen vreten we bakken vol snoep naar binnen. De Roparun is de enige sportwedstrijd waar je wel aankomt ben ik bang.
In Sebourg worden we weer hartelijk onthaald. Even wachten op de andere teams en we gaan op pad naar Belgie. De muziek kan weer wat harder.
Etappe 4. Ghislengien – Mollem
Daar gaan we weer. Etappe 4. De rustplaats viel mij vorig jaar al op. Een aftandse garage waar dubieuze praktijken plaatsvinden als de zon onder is. Op de een of andere manier ga je automatisch Jambers nadoen als je eenmaal de grens bent over gegaan. Het is ook een etappe waar we allemaal enorme trek in chips krijgen. Het nadeel is echter dat op eerste pinksterdag alles gesloten is. Zelfs de winkels bij de benzinepompen bieden geen soelaas. Iedere keer als we langs dichte rolluiken rijden is de teleurstelling te horen. Het lijkt een chips-loze etappe te gaan worden.
Onze loopster krijgt wat last van haar knie en kan aan het einde van deze etappe niet meer verder. Het valt mij op dat mensen zich iedere keer schuldig voelen als ze uitvallen, maar dat vind ik nergens voor nodig. Ga er maar eens aanstaan. Hardlopend door de koude nachten met nauwelijks slaap.
En wat te denken van de fietsers? Meer dan 260 kilometer op een stadsfiets met een snelheid van net iets boven de elf kilometer per uur. De koks en masseurs slapen overigens bijna helemaal niet deze tocht. Gekkenwerk? Ja misschien, maar ons afzien staat in schril contrast met de mensen die deze kloteziekte niet overleven of er nu voor onder behandeling zijn. Toen Sandra kanker had heeft ze niet 1 dag geklaagd, niet een. En dan zou ik me een beetje zielig vinden om wat minder slaap? Dat dacht ik niet hé
Afgesproken wordt dat Menno de nachtetappe straks gaat lopen en onze loopster helpt met navigeren. Ik begin nu echt moe te worden en weet dat ik straks de verantwoording draag over de mensen in mijn bus. Bij een Turks eethuisje koop ik wat blikjes red bull. Superslecht, maar ik heb de suikers nodig. Al is het maar voor het mentale aspect. Als ik het eethuisje binnenloop ga ik bijna tegen de vlakte van de geur van shoarma. Daar zou ik nu wel trek in hebben, maar we zijn bijna bij het wisselpunt. Tijd om het heerlijke eten van onze koks te gaan proeven. Er wordt uitstekend voor ons gezorgd.
In Mollem tikken we af bij een voetbalveld. Achter de kantine/tribune maak ik een plas. Dit dertien in een dozijn veldje wakkert zelfs bij deze groundhopper geen warme gevoelens aan.
Etappe 4. Temse – Bergen op Zoom
Ik besluit niet te wachten op het eten en mijn slaap maximaal te pakken. In de laadruimte van de bus slaap ik meer dan twee uur. Hopelijk voldoende om ons veilig door de nacht te krijgen. Een gedeelte van deze etappe liep ik vorig jaar en ik herken veel dingen onderweg. Zo weet ik ook dat het run-bike-run stuk door het centrum van de sinjorenstad erg mooi is. Dwars door nachtelijk Antwerpen.
Aan de andere kant van de fietstunnel zoeken we een plek voor het busje. Als ze er zijn gaat de derde fiets weer op de drager en gaan we echt richting Nederland. Hier en daar zitten er mensen voor hun huis. Maar dat is nog niets vergeleken met het gekkenhuis waar we naartoe gaan. Eenmaal bij de grens is het de beurt aan Ossendrecht om ons binnen te halen. De alcohol-walm van de toeschouwers komt via de ramen ons busje in. Het is zes uur in de ochtend op tweede pinksterdag. Die mensen gaan ook een zware dinsdag tegemoet. We krijgen snoepjes en een beschuit met aardbeien. Net op het moment dat Menno geinterviewd wordt rij ik per ongeluk weg. Ik was alweer op weg naar de volgende stop voor de loper en had het niet in de gaten. Zijn seconds of fame moeten maar even wachten.
In Bergen op Zoom parkeren we naast het zwembad. Je kunt er gaan zwemmen of een douche nemen zoals ik doe. In de hal van de gymzaal rust ik wat uit met mijn tas als kussen. Ik heb mijn loopschoenen aan, de volgende etappe ga ik rennen. Ik heb er zin in, de marathon lijkt maanden terug en ik heb de afgelopen weken mijn kilometers alweer gemaakt.
Etappe 5. Dintelmond – Westmaas
Het begint te regenen bij het wisselpunt. Vanaf Bergen op Zoom is er geen ondersteuning meer op het parcours. De teams doen vanaf nu alleen nog maar run-bike-run en ik loop deze (korte) etappe. Na de Haringvlietbrug komen we langs Numansdorp. Ondertussen hou ik Sandra op de hoogte van onze aankomsttijd. Een van de vier teams had wat achterstand opgelopen en de teamcaptain had terecht besloten dat we daar op zouden wachten. Dus de andere drie teams waren in de etappe hiervoor wat langzamer gaan lopen en zij wat sneller. De aankomsttijd was daardoor op de app nog wat onduidelijk.
In Numansdorp zie ik Kees en Linda staan en ik zie dat Kees aan het filmen is. Hij is er op een goed moment, een loper uit 336B zijn schoonvader is laatst overleden aan kanker en in de haven van Numansdorp houden wij even halt zodat hij zijn verhaal kan vertellen. Zijn schoonmoeder woont in Numansdorp en als teken van respect en herdenking trekken we met fakkels door Numansdorp. Het levert mooie plaatjes op en iedereen weet weer waarvoor hij het doet. Aan het einde van Numansdorp is het ook nog een groot feest en dan zijn we bijna in Klaaswaal. Het laatste wisselpunt.
Etappe 6. Klaaswaal- Rotterdam
Door de vermoeidheid zijn de emoties in Klaaswaal wat opgelopen. Een paar nachten op elkaars lip zorgt ervoor dat helder nadenken soms even niet kan. Een kleine inventarisatie levert op wie er wel mee wil op het laatste stuk door Oud-Beijerland, Barendrecht en langs het Daniel den Hoed. Ik heb dat stuk vorig jaar al met een brok in mijn keel gelopen en sta mijn fiets graag af.
Met het busje rijden we naar het Wings-hotel waar vrijdag alles begon en ruimen de bus zo goed en zo kwaad op als gaat. Sandra en Bastiaan komen hier ook even kijken en ik gooi mijn spullen in de auto voordat we met busjes naar Wilhelminaplein worden gebracht. Het einde van de tijdregistratie van de Roparun en het moment om aan te haken bij de rest van onze teams om samen de Coolsingel op te lopen.
Ik zie mijn ouders en Annemieke en Patrick. En ook vrienden die speciaal uit Limburg zijn gekomen om dit mee te maken. Als de rest aan komt lopen en fietsen blijkt dat Daniel den Hoed er aardig ingehakt heeft. Ik zie veel tranen en knuffels. Boven ons hoofd cirkelt een vliegtuigje met een banner eraan. ‘Gers is thuis’ staat erop. Met een megavlag en fakkels lopen we over de Erasmusbrug waar ik Sandra en Bastiaan weer zie. Bastiaan gaat op mijn nek mee richting de Coolsingel. Familieleden worden begroet en kinderen van deelnemers gaan op de schouders.
Het is even wachten tot het onze beurt is maar op het moment dat het onze beurt is breekt een feest van jewelste los. Fakkels, bier en Lee Towers die speciaal voor Gers komt zingen. Met een gerbera in ons hand zingen we met ‘You’ll never walk alone’ mee om vervolgens op de hoempapa-versie ervan in polonaise over de streep te gaan. Gers is terug en Rotterdam zal dat weten ook.
In Annabel is het tijd voor een biertje en kijk ik nog eens om me heen. Wat een fantastische teams waren wij. Nice kids, and we did deliver.
Mooi verhaal Jeroen. Ik kan me er helemaal in vinden. Het stukje Daniel de Hoed ligt bij mij iets anders. Ik wou dat heel graag om verschillende reden. Maar heb dat in Klaaswaal afgedragen aan een loper. Waarom? Om de simpele reden dat de loper dat hele pleuris eind heeft gelopen en het dus heeft verdiend. Ik heb alleen maar gereden in een auto. Warm en droog. Het was een keus die heel veel met me doet en best wel een beetje zeer doet. Maar crewlove bij #Gers is belangrijker dan eigen belang.
Ok, ik begrijp dat dit een zware beslissing is geweest. Zonde dat je het niet hebt kunnen fietsen. Maar chauffeuren is zwaarder dan lopen hoor. Dus met verdienen heeft het niet zoveel te maken 🙂 Je hebt een topprestatie geleverd!
Mooi hoe je dit avontuur beschrijft! Roparun 2016 achter de rug, op naar Roparun 2017? Wie weet…..
Weer een mooi verslag van een fantastisch evenement!
Dank.
Gr Jacco Walta