Op feestjes is het de kunst op het juiste moment te vertrekken. Als je te lang blijft plakken heb je kans dat de gastvrouw en gastheer je aanwezigheid zat zijn en alvast beginnen met het inruimen van de vaatwasser. Een niet te missen teken dat ze eigenlijk naar bed willen. Ga je te vroeg weg, voordat het échte feest losbarst, dan heb je kans dat dit wel eens de laatste keer kan zijn dat ze je uitnodigen. Op party-poopers zit niemand te wachten.
Bij voetbaltrainers werkt het net zo, al zou ik het huidige seizoen van Feyenoord nou niet direct als een feestje willen omschrijven. Blijf je te lang zitten, zoals Arsène Wenger een jaar of honderd bij Arsenal deed, dan draait de positieve wind een keer om. Dan kun je nog zoveel prijzen gewonnen hebben, het krediet raakt een keer op. Stap je op na één succesvol seizoen dan ben je een geldwolf.
Op 14 mei 2017 waren het niet alleen de fans op de tribune die met tranen in hun ogen stonden. Kijk het interview met Gio maar eens na op YouTube en kleine kans dat je het zelf droog houdt. Hier stond geen trainer op het veld maar een supporter, een kind van de club. Het standbeeld was al bijna af.
Maar ik betrap me erop dat ik me nu begin te voelen als de gastheer die de vaatwasser in wil gaan ruimen. Het voetbal is niet om aan te zien, het wisselbeleid ronduit matig. En zelfs de meest optimistische Feyenoorder ziet een derde plaats als maximaal haalbaar (zelf moet ik dat nog maar eens zien).
Ik hoop voor ons, maar ook voor Gio, dat er in de winterstop een mooie club aan hem begint te trekken. Zijn oude club uit Glasgow, die ook niet al te florissant aan de competitie begonnen zijn, misschien. Want hoe matig we nu ook presteren, Gio verdient een uittocht via de voordeur. De vaatwasser moet nog maar heel even wachten.