Bij de halte op het trolleybussenplein keken we schichtig om ons heen. Die groep jongens aan de overkant. Waren dat Vitesse-fans? We wisten niet welke bus we moesten nemen maar wilden ook niet teveel opvallen voor zover dat mogelijk was. Met onze groene bomberjacks en sportschoenen waren we overduidelijk voetbalsupporters, het uniform van fans overal ten lande voordat de Australian-trainingspakken hun intrede deden. Hoezo niet opvallen?
OV-jaarkaart
Ik was nog nooit bij Vitesse geweest. Deze zondag in september in 1991 zou de eerste keer zijn. Ik was al wat uitwedstrijden geweest in de seizoenen ervoor. Vaak wedstrijden die eenvoudig aan te reizen waren of waar Feyenoord zelf de ‘Feyenoord-expres’ naar toe liet rijden. In april van dat jaar was ik achttien geworden en het verkrijgen van mijn ov-jaarkaart zorgde voor een verbreding van mijn horizon. Voetbaltechnisch welteverstaan.
De jongens aan de overkant kwamen dichterbij en ik herkende er een paar van Vak-R. Feyenoorders dus. Een knikje in hun richting zorgde voor wederzijdse herkenning. Een van hen was het seizoen ervoor ook al in Arnhem geweest en wist welke bus we moesten nemen. Vlak voor het vertrek werd het drukker en drukker bij de halte. Overal klonk Rotterdams om ons heen. Het groepje Arnhemmers op weg naar de wedstrijd stopten hun geelzwarte shawls ver weg onder hun jas.
Woonwijk
Midden in een woonwijk stapten de eerste Feyenoorders uit, gevolgd door de rest van Het Legioen. De Vitesse-fans bleven verbaasd zitten, het stadion was zeker nog 5 minuten verderop. Het duurde even voordat ik doorhad waarom we er nu al uitgingen maar een straat verder werd het me duidelijk. Een peleton M.E. stond te wachten op de bus en haar inhoud. Via de woonwijk bereikten we het stadion alsnog. Verderop stond de M.E. te wachten, de hele wandeltocht kwam op mij nogal zinloos over. Maar dat gebeurt in grote groepen, je volgt de zelfverklaarde leiders.
Nieuw-Monnikenhuize was een stadion waar groundhoppers nu honderden kilometers voor reizen. Met staantribunes waar je overgeleverd was aan de elementen. Ik prijs me nog steeds gelukkig dat ik met Feyenoord in veel stadions ben geweest in Nederland die nu allemaal plaats hebben gemaakt voor moderne gedrochten. De Meer, het oude Abe Lenstra-stadion, De Baandert, het Ooster-en Zuiderpark en het Diekman. Stadions waar je de ziel van de club voelde.
Eigen doelpunt
Ondanks dat Nieuw-Monnikenhuize slechts veertig jaar oud was maakte het al een uitgewoonde indruk. Op sommige plekken lieten de ‘terraces’ al los wat de veiligheid niet ten goede kwam. Van de wedstrijd weet ik niet veel meer behalve dat we in de laatste minuten verloren door een eigen doelpunt van Ruud Heus. Op de terugweg verhinderde de politie dat we op de lijnbussen mochten stappen en kregen we een flinke wandelmars voor onze kiezen. Waarschijnlijk als vergelding dat we op de heenweg eerder waren uitgestapt.
Uren na het laatste fluitsignaal was ik pas thuis met een nederlaag op zak. Ik kon niet wachten tot de volgende uitwedstrijd….