De deejay in The Millstone zag de bui al hangen. Vlak voor het ‘lalala’-gedeelte draaide hij het geluid van de microfoons weg. De hit van Gloria Gaynor werd abrupt afgebroken nét voordat de aanwezige Nederlanders mee konden gaan blèren.
De aanwezige Engelsen keken niet op van ons valse gezang. Ik bevond me op het podium met twee Feyenoorders die ik tot een half uur daarvoor nog nooit had gesproken. Het was slechts een van de vele toevallige en spontane ontmoetingen die je alleen meemaakt bij een Europese uitwedstrijd.
In een week waarin de reputatie van Het Legioen een knauw kreeg maakte ik in de dagen ervoor in Manchester het tegenovergestelde mee. Supporters zonder kaartje werden via-via geholpen. Ik kwam mensen tegen die ik al in tijden niet had gesproken en in iedere pub ging het over voetbal.
De ene landlord wenste ons succes en in de pub ernaast werden we nog net niet weggelachen. Na de krankzinnige slotfase was Manchester, een stad die door haar clubs in iedere uithoek van de wereld bekend is, even van Feyenoord en leefde Het Legioen letterlijk en figuurlijk in een roes.
Op donderdag was de roes plotsklaps voorbij. Net zo snel als de deejay op zondagavond het geluid wegdraaide ebde de euforie rondom Feyenoord weg. In de regio Rijnmond waren de krankzinnige taferelen die plaats hadden gevonden met bedreigingen en speurtochten al oud nieuws. De regionale pers had hier uitgebreid verslag van gedaan maar nu straalde deze incidenten af op het hele Legioen, alsof we allemaal hooligans zijn.
Nee, het echte Feyenoord-gevoel maakten we in de doldwaze dagen in Manchester mee. Met volslagen vreemden en bekenden op weg naar een 3-3 die ons nog lang zal heugen. Mocht er iemand kwaad willen spreken over het hele Legioen, wij weten wel beter.
We will survive.