Het mooiste stadiongeluid ooit hoorde ik op 14 mei 2017 iets over half drie. De stilte voordat de bal het doel raakte was oorverdovend, het lawaai daarna angstaanjagend. Het was de oerknal en het eerste huiltje van een pasgeboren baby in een. Maar de schoonheid zat hem in die stilte.
Ik moest hieraan denken toen ik gisteravond een tweet zag van het officiële account van NEC. De Nijmegenaren waren op een 2-0 nederlaag in een ijskoude Kuip getrakteerd maar het account wist te melden dat ze qua zingen van ons gewonnen hadden.
De discussie onder die tweet was er een van appels en peren en een die ik al zo vaak voorbij heb zien komen. Een, met respect, kleinere club verwijt Het Legioen dat er niet dezelfde sfeer hangt als tijdens een halve finale tegen Olympique.
Het publiek in De Kuip is een ‘reactief’ publiek. We reageren op hetgeen er op het veld gebeurt, zoals in Engeland ook het geval is. Gelukkig maar zou ik zeggen want ik ben in Europa bij genoeg wedstrijden geweest waar een gemaakte ultra-sfeer hangt. Zingen om het zingen en met boos kijkende capo’s op een stellage als niet iedereen meeklapt.
Van de week zag ik op televisie Schalke ’04 in een thuiswedstrijd een enorm pak slaag krijgen en de ultra’s bleven vrolijk doorzwaaien met hun vlaggen en de ‘jalalalalala’-liedjes bleven gezongen worden. Ik ben in mijn leven zelden eerder bij een wedstrijd van Feyenoord weggegaan maar vrolijk blijven klappen bij een nederlaag dat gaat er bij mij echt niet in.
Als we net zo’n eenheidsworst zouden worden als alle andere clubs dan hadden we die seconde stilte op 14 mei 2017 nooit gehoord. Dat had er namelijk een of ander figuur met een megafoon doorheen hebben staan blèren.
En als ik negentig minuten lang zou willen zingen dan had ik wel bij het Rotterdams mannenkoor gegaan.