In het Noorse hotel kwam de kaviaar bij het ontbijt uit een tube en buiten hing de doordringende geur van linoleum. Bij toeval zaten we in hetzelfde hotel als de spelers voor deze Europese uitwedstrijd. Hoewel, toeval. Er waren in het kleine stadje maar twee hotels. Tijdens ons verblijf kregen we een zeldzaam inkijkje hoe de spelersgroep zich voorbereidde op een Europacupwedstrijd. Dat hield niet over. Behalve de verplichte wandeling na het ontbijt werd er voornamelijk geluierd. Er was een kaartclubje met Kuyt en Bosschaart en de rest van de selectie hing maar wat rond, smartphones waren er nog niet. Op de computer in de lobby zochten Kalou en Castelen uit wie er van hen twee het meest in de zoektermen van Google verscheen.
Trainer Gullit lachte de hele dag, behalve toen we rond een uur of vijf (na de hele middag in de kroeg rondgehangen te hebben) vroegen of we niet met de spelersbus mee mochten rijden. Toen was zijn joviale glimlach ineens verdwenen. De show werd echter gestolen door ‘ome’ Gerard Meijer die een paar verstekelingen in de spelersbus met zachte hand naar buiten dirigeerde en daarna uitgebreid de tijd nam om met ons op de foto te gaan. Op de foto’s lacht hij zijn witte tanden bloot.
Tijdens de zeer matige wedstrijd moest ‘ome’ Gerard nog een paar keer in actie komen. Toegezongen door het meegereisde Legioen lapte hij voor de zoveelste keer in zijn leven een Feyenoorder op. Hij zag de club opklimmen tot Europa’s allerbeste en daarna afglijden tot een vereniging waar bijna niemand meer interesse in had. Van San Siro tot de Langeleegte en van Ove Kindvall tot Cory Gibbs.
De enige echte Feyenoorder op het veld had die avond geen bal geraakt. Zijn specialiteiten? De spuitbus en de spons. En de onvermijdelijke handdoek.