Een uitnodiging voor een bruiloft in Engeland. Daar hoefden we niet lang over na te denken. Bastiaan mocht ook mee dus dat was een ideaal beginpunt voor een weekendje aan de overkant van de Noordzee. Maar ja, die langste duurloop op weg naar de marathon hé. Hoe daar nu mee om te gaan?

Het eerste plan was om een extra fiets mee te nemen voor Jeroen (niet ik, een andere Jeroen) en dat hij mij vanaf de boot fietsend zou begeleiden. Een soort van Roparun-idee. De weersverwachtingen gaven echter een dusdanig beeld aan dat er in Essex al van code oranje werd gesproken. Nu ligt dat hele land op zijn gat zodra er maar een sneeuwvlokje valt, maar toch. Dat kon ik hem niet aandoen. Zeker niet omdat het ook nog eens een duurloop op langzamer tempo zou gaan worden. Tegen de tijd dat we in Colchester zouden zijn zou hij al bevroren zijn.

Het alternatieve plan was dat ik gewoon met de auto mee zou rijden en gewoon zou ontbijten in de Wetherspoons. Geen vet Engels ontbijt maar een dubbele portie pannenkoeken en een schaaltje porridge. Even wat energie tot me nemen voor de ruim dertig kilometer.

Ongeveer 1000kcal.

Op weg naar het hotel had ik al een weg gezien met een mooi fietspad ernaast. Of in ieder geval een stoep. En die weg besloot ik te nemen. In principe 17 kilometer lang de ene kant op en dan 17 kilometer weer terug. Wellicht saai maar écht verdwalen en dan ineens op 50 kilometer uitkomen is nou ook weer niet een optie.

Onbewust was de eerste kilometer een goede generale voor de marathon. De weg liep hier vrij steil omhoog het centrum van Colchester in en daarna ging ik op weg. Langs pubs, kerkjes en huizen. De fietspaden waren redelijk en af en toe kwam ik een andere hardloper tegen. De wind stond in mijn rug dus dat zou betekenen dat ik terug volle bak sneeuw in mijn snuit zou krijgen. Maar zover was het nog niet. 

Na een kilometer of tien hield het fietspad ineens op. Nou ja, het kwam gewoon uit op de A12 naar Londen. Dat was mij iets te gortig en mopperend liep ik weer terug. Bij een kruising kon ik ook naar een dorpje naar rechts en de weg boog in de verte weer richting Colchester af. Althans, dat dacht ik. Uiteindelijk stond er bijna 26 kilometer op de teller toen ik, na over wat bospaden en merkwaardig aangelegde fietspaden en stoepen gerend te hebben, weer in Colchester was. Ik besloot nog 4 kilometer een kant op te rennen zodat ik met de terugweg erbij nog vier kilometer extra zou hebben. Dan zou ik totaal op 34 kilometer uitkomen. 

Fietspaden hielden ineens op. Stoepen zaten vol gaten en heel soms moest ik gewoon even de openbare weg op. Hoe al die Engelse hardlopers dat volhouden is mij een raadsel maar aan de trajecten op Strava zag ik later dat ze op precies dezelfde weggetjes als mij liepen. Nee, in Nederland hebben wij niets te klagen. Nou ja, dat we niet zulke toffe pubs hebben. Maar dat is dan weer niet zo goed voor de conditie 🙂

Je ken ze maar hebben leggen.

 

 

Door Jeroen

Jouw reactie hier!