Een paar weken na de beruchte veldbestorming tegen Fortuna Sittard trof ik op Rotterdam Centraal een plukje Engelsen aan. Na een reportage op de BBC over dit voorval wilden ze wel eens met eigen ogen zien hoe het er hier in Nederland aan toe ging. Een beetje merkwaardig vond ik het wel, dit verkapte reltoerisme. Zeker omdat in hetzelfde jaar de ramp op Hillsborough plaats had gevonden. De ramp die het Engelse voetballandschap voor eeuwig zou veranderen.
Staantribunes werden zitplaatsen en veel oude stadions verdwenen om plaats te maken voor moderne complexen waar het de supporters aan niets zou ontbreken. Vóór Corona waren de Engelse stadions bedevaartsoorden waar ieder weekend honderden Nederlanders naar toe trokken. Vaak naar lagere divisies waar je in sommige stadions nog kan zien hoe het ooit geweest was. De meeste liefhebbers laten de Premier League links liggen. Te poenerig, te plastic, te veel Sjeiks en oligarchen.
Het moderne voetbal wordt gerund door geld, geld en nog eens geld en dat is begonnen met de start van de Premier League die als katalysator diende voor de geldzucht van voetbalclubs.
Een club als Paris Saint Germain rijgt pas prijs na prijs aaneen sinds een overname in 2011. Red Bull Leipzig bestond vijftien jaar terug niet eens en Manchester City speelde in het seizoen dat Feyenoord de titel onder Leo Beenhakker pakte nog op het derde niveau. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle investeerders in de diverse Engelse topclubs.
De vorige seizoenen zag je steeds vaker plukjes Engelsen die naar een wedstrijd in De Kuip kwamen kijken. Een oldskool stadion, prima sfeer en zo nu en dan nog wat vuurwerk ook. Ongeveer alles wat je in de Premier League niet meer hebt. Voetballiefhebbers op zoek naar beleving.
De komende jaren zal blijken of Feyenoord voor eeuwig toe zal gaan treden tot het rijtje cultclubs. Mooi shirt, mooie historie maar geen heden. Of staat het water ons inmiddels zo hoog aan de lippen dat we zelfs een Sjeik zouden verwelkom?