‘Kijk je uit dat je geen pijn in je buik krijgt? Je eet zo veel’ Sarcasme is duidelijk nog niet aan kleuters besteed want na deze opmerking is Bastiaan klaar met eten. Hij heeft genoeg op maar soms mag je als ouder wel plaagstootjes uitdelen.
Hij wil geen toetje maar wel een ijsje. Een calippo.
‘Wil jij er drinken van maken?’ vraagt hij aan mij. Met als resultaat dat ik 5 minuten lang met een ijsje tussen mijn handen zit te wachten tot het smelt.
‘Had je dan niet beter gewoon siroop kunnen nemen?’ vraag ik hem. Nee, dat was geen goed idee. Iedereen op de wereld wil dit drinken volgens hem. Dat brengt Bastiaan op een idee. Als ik nu alle ijsjes laat smelten en mama gaat ze verkopen dan wordt hij heel rijk.
‘Dan kan ik de Death Star kopen van Lego én dat puntige vliegtuig.’
‘Wacht eens even’ zeg ik. ‘Wij willen dan wel salaris voor deze werkzaamheden.’ Bastiaan fronst zijn wenkbrauwen bij het horen van dit vreemde woord en denkt even na wat hij gaat zeggen.
‘O, jullie kunnen wel 100 salades per dag krijgen. Als je maar oppast dat je er geen pijn in je buik van krijgt.’