Soms moet je jezelf aanpassen aan de omstandigheden. Voor de start vertelt iedereen een beetje aan elkaar wat ze van plan zijn te gaan lopen. Mijn antwoord was naar eer en geweten ‘een duurloopje’ en dat was ook echt de bedoeling. Maar na een eerste kilometer in een tempo dat voor een duurloop al iets te hoog was gingen de kilometertijden rap naar beneden.
Voor de start, alle opties zijn nog open.
De andere dames waren we al snel kwijt en zodoende liepen Mo en ik alleen langs de Rotte en het liep wel lekker. Al kletsen kwamen we bij de eerste waterpost uit en toen waren er alweer acht kilometer verder. Acht kilometers die voorbij gevlogen waren. Acht werden er tien en tien werden er twaalf. En we liepen nog steeds vrij stevig door. De laatste twee kilometer (14 en 15) voor de Burgmanbrug liepen de tijden iets op. Door de warmte en wat tegenliggers die we tegenkwamen.
Eenmaal de brug over was het na het waterpunt (dat verklaart de 5:08 op km 16) een lange streep naar de finish. En daar ben ik nog wel het meest trots op; niet per se op het verbeteren van mijn PR maar voornamelijk dat ik de laatste vijf kilometer heb kunnen versnellen en daardoor een negatieve split heb kunnen lopen (dat je het tweede deel sneller loopt dan het eerste deel).
Na 1:41:17 kwamen we over de finish. Niet eens volledig gesloopt, dus het stapelen met drie IPA’s op zaterdagavond heeft zijn vruchten afgeworpen. Maar nog meer het loslaten van een plan of ambitie en gewoon proberen lekker te lopen.