Vorige week heb ik mijn startbewijs voor de CPC verkocht. Normaliter geldt de CPC als een goede test richting de marathon (vier weken later) maar ik heb er niet zoveel zin in. Ik ga liever naar De Kuip. Het worden nog 9 hele zware wedstrijden en daar wil ik gewoon bij zijn. De vier komende thuiswedstrijden en de uitwedstrijd tegen Excelsior ben ik present.
De CPC zou ik dan al testloop gebruiken en niet voluit gaan. En dan vind ik het zonde om daarvoor én naar Den Haag te reizen én Feyenoord te missen. Deze medaille boeit me niet zo, die van 9 april des te meer.
Afgelopen vrijdagochtend liep ik een moeilijke 11 kilometer. Moeilijk omdat mijn knieen nog steeds zeer aanvoelden en het was erg vroeg, het ging niet eenvoudig. Mooie test voor de Roparun straks 🙂
Afgelopen weekend was ik weg met de familie van Sandra’s moeders kant. Met meer dan 30 man in een huisje. Op vrijdag dronk ik lekker een paar biertjes en op zaterdag twee wijntjes bij het eten. De wekker had ik om 07:00 (waarom doen we dit?) uur gezet om een half uurtje later op pad te gaan voor de 28 kilometer die op het programma stond. Gelukkig had Luca het idee opgevat om op de fiets mee te gaan, net zoals tijdens Roparun 2015 toen ik door haar in de val werd gelokt om als loper mee te gaan. Dit was een soort van goedmakertje 🙂
Het werd een ronde om natuurgebied De Peel heen en op de terugweg kwamen we twee keer op een modderpad terecht. Dat ging mij lopend beter af dan Luca op een gewone fiets want die moest echt klunen af en toe. Dan gaat het op schoenen nét iets makkelijker.
Bij de ingang naar het natuurgebied gaf mijn horloge 29 kilometer aan en toen vond ik het wel weer mooi geweest. Mijn ledematen vonden het fietsritje terug in ieder geval erg fijn. Alles weer lekker losgefietst.
De 29 kilometer vielen me een stuk minder zwaar dan de 23 kilometer een week eerder. Achteraf gezien zag ik dat mijn gemiddelde tijd eigenlijk iets te snel was, voor een keertje mag dat wel maar eigenlijk moet dit zo’n 20-30 seconden boven je beoogde marathontijd liggen. Dinsdagavond liep ik een redelijk snelle en ook redelijk pijnvrije 13 kilometer door de Berkelse polders. Een teken dat het de goede kant op gaat met mijn ledematen.
Hopelijk blijven de pijntjes nu weg en kan ik de komende weken opbouwen naar de 35 kilometer op 19 maart en de relatief minder lange afstanden de weken erna. De gemiddelde afstand die ik nu per week loop ligt tussen de 50 en 60 kilometer, een afstand waarvan studie uit wijst dat het de ideale trainingsarbeid zou moeten zijn voor amateurs die al een keer de marathon hebben gelopen.
Op naar mijn verjaardag en op naar de marathon!