Op de terugweg van verre uitwedstrijden was, naast het maken van vieze woorden van de kentekenplaten van de auto’s die we inhaalden, het verzinnen van nieuwe Feyenoord-liedjes een belangrijk tijdverdrijf.
Bij de meeste van de liedjes die je in De Kuip hoort krijg ik altijd visioenen van André Hazes die ,behalve dat hij ten onrechte aan de club uit de Bijlmer wordt gelinkt, een groot gebruiker van het rijmwoordenboek was om zijn nummers te componeren.
Precies zo componeerden wij onze evergreens op de Autobahn en de Nederlandse snelwegen. Legioen rijmt op kampioen en ook op Coen. Op Feyenoord zelf rijmt Brienenoord, Europoort en goal gescoord. Hand in hand in Nederland. Europacup en voetbalclub.
Hét nummer waarin al deze elementen samenkomen is het ‘Mijn Feyenoord’ dat geschreven is door Peter Koelewijn. En als het dan ook nog eens dragend gezongen wordt in plaats van geschreeuwd is er wat mij betreft geen mooier nummer over Feyenoord te vinden. Mocht je een paar minuten over hebben zoek dat eens op YouTube de samenvatting op van de kwartfinale UEFA-Cup in 2002. Vlak voordat Pi-Air, over wie wel een heel simpel liedje is gemaakt, de bal onhoudbaar binnenschiet hoor je het stadion zingen. Het klinkt als een koor in een kerk en die bal kon nooit gemist worden. We zongen hem de kruising in.
Bij sommige clubs in Nederland zie je dat hun clublied op grote schermen getoond wordt omdat er anders niemand meezingt als de spelers het veld opkomen. Bij Feyenoord, maar ook stadgenoot Sparta is dit overbodig. Iedere supporter kan de woorden zelfs in zijn slaap nog meezingen.
Een echt volledig lied hebben we nog steeds niet gemaakt. En dat is de opdracht die ik mezelf dit Europese seizoen mee geef. In plaats van het grote kentekenspel nu echt eens actie ondernemen.
God rijmt op Arne Slot en stadhuis op feestgedruis. Maar wat voor positief woord rijmt er in vredesnaam op Boedapest?
Gestresst? Verpest? Test? Funest?
Ha, ik heb er een. Beter dan de rest!