Het was op de Autobahn tussen Bochum en de Nederlandse grens. Hoe dichter we bij de grens kwamen hoe beter de uitzending van Langs de Lijn te volgen was. Het seizoen 2010-2011 begon al dramatisch met slechts 8 punten uit 9 wedstrijden en wij besloten om de wedstrijd in Eindhoven te ontlopen door een potje in de tweede Bundesliga te gaan bekijken. Een soort van struisvogel-gedrag, wat je niet ziet gebeurt ook niet. Zo spelen kleine kinderen verstoppertje.
De ontwikkelingen in Eindhoven kwamen via de ether krakend de auto binnen, af en toe verstoord door een flard van een Duitse radiozender. In Bochum was de wedstrijd al rond het middaguur begonnen, dus toen die vermaledijde tweede helft in het Philips-stadion begon waren wij op de weg terug naar huis. Een noodlottige middag tekende zich af en toch bleven we luisteren. Alsof ik een mot was die richting een gloeilamp bleef vliegen.
Rijdend op de ring Eindhoven viel de tiende goal, de tranen stonden in mijn ogen maar ik moest op de weg blijven letten. Ik keek opzij en mompelde tegen Kees dat het wel goed zou komen met Feyenoord. Uiteraard tegen beter weten in. Het liefst wilde ik onder een stapel dekens kruipen en er pas aan het einde van het seizoen weer onder vandaan komen. En al had er die maandag een sjeik of een Chinees met een zak geld op de stoep van De Kuip gestaan had ik zo mijn ziel en zaligheid verkocht. Die 10-0 deed echt zoveel pijn in mijn rood-witte hart. Dát nooit meer.
Feyenoord krabbelde dat seizoen moeizaam op en nam later dat seizoen revanche op PSV. Een uitslag die vooral een kilometer of zeventig verderop met veel gejuich werd ontvangen. Als je het me nu vraagt had ik die wedstrijd in De Kuip toen ook liever verloren.
De ultieme revanche op die 10-0 moet dit seizoen komen. Als de wind een beetje goed staat zal het gejuich tot in Eindhoven te horen zijn. Of misschien wel helemaal tot in Bochum.