Op de kast stond een potje Play-Doh, gekregen in de speelgoedwinkel bij de aanschaf van een schietspel voor de Playstation. Beide doelgroepen leken me behoorlijk uit elkaar te liggen maar er zal vast een marketinggedachte achter gezeten hebben.
Tussen het Pokémon vangen door zag Bastiaan het potje blauwe klei staan en niet veel later kwam een zoete, weeïge geur mijn kant op.
‘Zo, dit ruikt écht naar vroeger.’ Was de conclusie van de inmiddels druk kleiende Bastiaan. ‘Hoezo vroeger? Je bent net elf man!’ Bastiaan schiet in de lach en gaat verder met het kleien van een poppetje van de blauwe klei.
Geuren, nog meer dan muziek, slingeren je zo een andere tijdzone in. Mijn nichtje had een kapsalon van Play-Doh waar je de lange kleislierten als haar kon afknippen. Nog recenter waren de creaties die Bastiaan maakte als kleuter. En dan vooral met een sadistische grijns het afknippen van de oren van zojuist gemaakte konijntjes.
Heel even leek het erop dat Bastiaan naast het poppetje een fruitschaal aan het maken was: een banaan en twee appels. Maar vijf tellen later wordt alles duidelijk. Het poppetje wordt voorzien van een uit de kluiten gewassen piemel.
Bij nader inzien denk ik dat elfjarigen tóch de doelgroep zijn voor Play-Doh.