‘Zometeen hebben we kerstdiner.’

‘Je bedoelt het paasontbijt.’

‘O ja. Hahaha. Paasontbijt. Weet je, de juffrouw las voor en toen las ze bloodhaan. Terwijl het broodhaan moest zijn’

Bastiaan moet er weer om lachen. Tussen het gniffelen door herhaalt hij het woord ‘Bloodhaan, hihihi’.  Zo lang er maar gekke woorden in voor komen krijg je die kleuters wel aan het lachen. Wat dat aangaat zijn het net pubers. Of zijn pubers net kleuters, dat klopt beter denk ik.

‘Ik hoef geen ei mee naar het kerstdiner want ik vind eieren niet zo lekker’

‘Het paasontbijt Bastiaan. Met Kerst vieren we dat Jezus geboren is…’

‘Ja, en met Pasen dat hij dood is gegaan.’

Het opstaan uit de dood is voor kleuters iets teveel van het goede. Ik trek hem een nette  trui aan, kam zijn haren en we gaan naar buiten.

‘Doe wel even je jas goed dicht Bastiaan, het is steenkoud vandaag.’

‘Ja, het lijkt wel het kerstdiner.’

Heeft ie toch nog gelijk.

image

Door Jeroen

Jouw reactie hier!