Op het moment dat Berghuis een paar honderd kilometer verderop de 2-1 scoorde liep ik achter Hill16. De spirituele plaats van Croke Park, dat immense stadion in het noorden van Dublin. Door de mensenmassa rondom het stadion werkte whatsapp niet en de goal kreeg ik via een ouderwets sms’je binnen. De straten en pubs op weg naar Croke Park stroomden vol met fans van beide teams, die zij aan zij stonden te drinken op straat. De ‘garda’ hield een oogje in het zeil maar hoefde niet in actie te komen.
Waar je normaliter bij grote wedstrijden de spanning voelt als er twee grote supportersgroepen tegelijkertijd op straat zijn, voelde ik nu alleen de spanning van het bezoeken van dit legendarische stadion. En het bezoek aan mijn allereerste hurlingwedstrijd. Dat viel nog niet mee voor een voetbalsupporter als ondergetekende. Het spel ging razendsnel en nog voordat ik mijn ogen kon laten wennen aan de kleine bal, en de passes hoog door de lucht over meer dan 100 meter, stond het al 1-1.
Heel even moest ik aan zwerkbal denken, maar de fictieve sport uit Harry Potter vergelijken met hurling zou blasfemie zijn. Zelfs het maniakale kick and rush in de lagere Engelse divisies was hiermee vergeleken een sport voor slakken.
Het rood en wit van Cork was de bovenliggende partij op de tribunes. Het blauw en wit van Waterford was dat op het veld. Ik zag tackles, charges en beuken zonder dat er geklaagd werd bij de scheidsrechter. Het is de laatste tijd modieus om te zeggen dat er bij vrouwenvoetbal niet gezeurd wordt. Bij deze 30 amateurs op het heilige gras van Croke was dat nog veel minder. Bomen van kerels maakten hier de dienst uit en klopten het gras van hun schouders af na weer een aanslag op hun lichaam.
Toen de dreigende nederlaag bijna een feit was dropen de rood-witten van Cork, nauwelijks teleurgesteld, het vak af. Vlak voor me liep een jongen in een door mij verfoeid shirt met op zijn rug nummer 14.
Voor een moment wilde ik heel kinderachtig aan hem vragen of hij wist wat zijn club de avond ervoor had gedaan? En of hij wist dat Feyenoord degelijk was gestart én drie punten los stond? Maar zulk gedrag zou in deze setting, waar families en hele hordes tienermeisjes op de tribune zaten, aanvoelen als heiligschennis. Het was zo gemoedelijk en feestelijk rondom Croke Park en dat moest ik maar zo laten. Al had deze Ier waarschijnlijk geen idee waar ik het over zou hebben. Het kopen van zo’n shirt getuigd niet van echt veel kennis van wat cult is in voetbal. Dan had ie net zo goed een Barcelona of PSG shirt aan kunnen doen. Of Bayern.
Bij het teruglopen naar het hotel dacht ik aan alle grote en kleine rivaliteit in onze eigen eredivisie. Steden of provincies tegen elkaar. Derbies van het noorden of Kralingen tegen Spangen, en uiteraard De Klassieker. Soms heel lelijk maar ook net zo vaak heel mooi. Het gejen bij de koffieautomaat en de eeuwige discussies in de kroeg. Hele families die verdeeld zijn door clubvoorkeur.
Nummer 14 zag ik iets verderop de kroeg induiken tussen feestende fans van de tegenpartij in. Breed lachend bestelde hij een pint Guinness. De Eredivisie leek weer even verder weg dan ooit.