Column verscheen eerder in de Hand in Hand
Ergens in de recente geschiedenis is het beeld ontstaan van de ‘nuchtere Rotterdammer’. Het niet lullen maar poetsen en doe je gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Anno 2023 zijn de nuchtere Rotterdammers de mensen die zo trots als een pauw een artikel uit een willekeurige buitenlandse krant over de markthal/nieuwe brug/woonwijk op Facebook delen. Of de mensen die in het startvak van de Rotterdamse marathon met tranen in de ogen met Lee Towers mee staan te zingen. Niet zelden hoor en lees je ‘dat kan alleen maar hier.’
Daarom was het des te bevreemdend dat er op social media enige reuring bestond toen Feyenoord richting de thuiswedstrijd tegen Lazio ineens in de favorietenrol werd geduwd en sommige fans dat ook gewoon hardop uitspraken. Fans verweten elkaar onderling arrogant te zijn. Dit hoorde niet bij Feyenoord.
Ook na de moeizame wedstrijd tegen RKC viel het woord arrogantie. Hoe haalde Gimenez, de speler die je eigenhandig naar de titel schoot, het in zijn hoofd om voor een penalty een keer géén hoek te kiezen en er op te rekenen dat een keeper eigenlijk altijd wel duikt.
Als Rotterdammers zijn we ongeveer trots op alles, zelfs op de stinklucht uit Pernis en dat spreken we uit of bezingen we. Maar zodra het onze club betreft, hetgeen waar we misschien nog wel het meest trots zijn van alles, dan mag een favorietenrol benoemen of ander gedrag dan we gewend zijn ineens niet meer.
Ook hierin hebben we nog een weg te gaan. Onder Don Dennis en Arend Martijn zijn we een weg naar succes ingeslagen waarbij ook wij, Het Legioen, gewoon moeten uitstralen dat we de beste zijn.
En nuchter? Ach, dat zijn we de dag na de wedstrijd wel weer. Nadat we een overwinningsbiertje dronken na weer een triomf.