Soms roepen beelden meer vragen op dan antwoorden.
In de pauze loop ik met mijn collega’s steevast hetzelfde rondje om het winkelcentrum hier in de buurt. Even bij de grootgrutter naar binnen voor wat boodschappen en daarna, door de straten met namen als Samanthagang en Nathaliegang, terug naar kantoor.
Het Chinese restaurant om de hoek is tussen de middag open, maar er zit nooit iemand. Behalve op woensdag. Iedere woensdag zit er aan dezelfde tafel om 12:11 uur een oudere man in het restaurant. Voor hem de krant van die dag en op de warmhoudplaat (ik heb altijd de onbedwingbare neiging om aan die dingen te voelen of ze al warm genoeg zijn, het antwoord is bijna altijd ja. Met pijnlijke gevolgen) een grote portie nasi. Tijdens het eten vult hij de kruiswoordraadsels in waarmee prijzen vallen te winnen.
En twee biertjes. Altijd twee flesjes bier (waarvan eentje leeg, ik denk dat hij er al om twaalf uur zit). Van die groene Heineken exportflesjes van 25 centiliter die je, als je een beetje dorst hebt, in twee teugen opdrinkt. Maar dit is een nette meneer en hij heeft zijn biertje netjes uitgeschonken in een glas.
Zou hij in een van de seniorenwoningen tegenover het winkelcentrum wonen, en is hij het flauwe eten daar zat? Ontsnapt hij op deze manier aan de sleur van alledag? Het is immers exact het moment waarop de werkweek ‘in tweeën wordt gezaagd’. Maar het werkende leven van de beste man is al voorbij, dus wat valt er in tweeën te zagen?
Misschien schuilt er een groots en meeslepend verhaal in zijn eenzame etentjes bij de Chinees. Of misschien is het gewoon een weduwnaar die zichzelf wekelijks een verzetje gunt.
Iedere woensdag kijk ik even of hij daar nog zit te eten. Totdat hij er een dag niet meer zit. En nee, dit wordt geen sentimenteel of zielig verhaal. Het moment dat hij er op woensdag niet meer zit heeft hij vast en zeker een prijs gewonnen met zijn kruiswoordraadsels, en zit hij met zijn 10 jaar jongere vriendin op een tropisch eiland. Met iedere dag nasi en bier.