Op het bordje voor het stenen gevaarte staat dat deze toebehoorde aan een simpele graanhandelaar. Geen farao dus, Bastiaan lijkt het allemaal niet veel uit te maken. Voor het eerst in zijn leven staat hij oog in oog met een sarcofaag. Een sarcofaag waar een mummie in gezeten heeft.
Om een of andere reden spraken piraten, cowboys en soldaten altijd tot de verbeelding van jongens. Anno 2016 zijn de cowboys en soldaten ingeruild voor ninja’s en mummies. Dat alle mummies gewoon een beetje dood in hun sarcofaag lagen te wezen gaat er bij die mannetjes niet in. Dankzij scooby doo en Dummie de Mummie is hij er heilig van overtuigd dat mummies ook gewoon kunnen leven. Al dan niet als zombie.
In de rest van het museum gaat het voornamelijk over de oude Grieken. We komen wat langs namen van voetbalclubs, uit Almelo en Rotterdam-west, en kijken we of er ergens in het museum van oudheden nog een plekje is ingeruimd voor de laatste kampioensschaal van Feyenoord. Bij een vrouw met grijs haar, een groene panty en een jurk van desigual beschilderen we een schaaltje. Precies zoals die oude Grieken deden. Of bijna precies zo.
Op de terugweg zit Bastiaan op de achterbank te lezen in zijn nieuwe stripboek over een vloek van een sfinx. Eenmaal thuis duikt hij gelijk in een schrift. Als hij klaar is laat hij trots een tekening zien. Een tekening van een sarcofaag. Als ik vraag waar de mummie is die in de sarcofaag thuishoorde krijg ik het volgende antwoord
‘Die is natuurlijk gewoon ontsnapt’
Ik had het kunnen weten. Waarschijnlijk ook nog eens als zombie.