Op 29 januari om 18:52 postte ik voor het laatst een foto op mijn eigen profiel op Facebook. Dat klinkt dramatischer dan dat het is en jullie hoeven geen zoektocht te starten of ik nog in leven ben. Maak je geen zorgen het is een bewuste keuze.
Ik merk dat ik een beetje Facebook-moe aan het worden was. Dat constante gehengel naar likes en erkenning. Het scheelt ook tijd want als je zelf niks post hoef je ook niet in de gaten te houden of er iemand reageert. Een nadeel zou kunnen zijn dat je niet weet waar anderen mee bezig zijn. Maar dat komt de gesprekken dan weer ten goede als je hem of haar in real-life tegenkomt. Nu hoef je soms niet te vragen of iemand een goede vakantie heeft gehad want er kwamen net 336 foto’s foto’s in je tijdlijn voorbij.
Ik hou van social media want het heeft me redelijk veel opgeleverd, alleen die huidige stroom van politieke uitingen, check-ins bij iedere koffietent, kippiegrillpan-acties en iedere sportieve activiteit hebben me murw gebeukt. Het is één groot narcistisch circus geworden waarin iedereen wil laten zien hoe goed hij of zij het heeft en waarvan ik me steeds vaker afvraag of ik het echt ‘like’ of dat ik het gewoon een geval van aandachtstrekkerij vind. Ik heb altijd al een beetje een aversie tegen opscheppers gehad.
Nu doe ik daar zelf ook aan mee dus noem me vooral hypocriet. Ik post op Instagram ook steevast een foto na een hardloopsessie. Alleen is Instagram helemaal een nepwereld vergeleken bij Facebook. Als je de juiste tags gebruikt komen de likes vanzelf zonder dat er naar de inhoud gekeken wordt.
Laatst plaatste ik een foto van een bord shoarma met patat. Door de hashtags #fitgirlcode, #wod en #healthyfoods kreeg ik likes van mensen (vooral vrouwelijke profielen) die in hun gebruikersnaam de termen*fit*, *fitness* en *athlete* hadden. Op mijn bord lag voor minstens 2000 calorieen aan vet eten. Fajah huivert bij het idee alleen al.
Ik beloof plechtig dat ik mijn Facebook-posts drastisch zal minderen. Jammer alleen dat niemand dit leest, want ik ga het mooi niet delen bij Mr. Zuckerberg 😉
