Na de marathon was er de mogelijkheid om bij Engels een massage te krijgen. Op het moment dat ik stopte leek ik wel te blokkeren. Ik voelde me een beetje misselijk (en heb nu nog steeds geen trek in bananen) en heb even uitgerust tegen een lantaarnpaal. Iets verderop stond een loper die zijn telefoon uit zijn zak haalde om naar het thuisfront te bellen. Met zijn telefoon kwam ook een foto van zijn vrouw en kind mee en die viel op de grond. Hij keek gepijnigd want hij kon niet meer bukken.
Ik boog voorover en overhandigde hem de foto en liep verder naar Engels. Tijdens de massage bleek dat iedereen in O’Sheas zat. Mijn lichaam had geen trek in bier maar in water. En al helemaal niet in de snacks die in Engels werden uitgedeeld. In de O’Sheas zag ik iedereen weer en na een watertje heb ik 1 biertje gedronken. Hij smaakte me maar matig.
Uiteindelijk aten we in het restaurant naast de sporthal. Ook hier een watertje en een biertje erbij. Het eten smaakte goed maar dat biertje niet. Ik was echt op aan het raken. Na een douche heb ik geprobeerd vroeg te gaan slapen maar de adrenaline in mijn lijf zorgden ervoor dat ik nauwelijks kon slapen. Alles van die dag kwam opnieuw voorbij.
En nu drie dagen na de marathon loop ik alweer wat minder als een hoogzwangere koningspinguin. Zou je het weer doen? Geen idee, het is echt fantastisch om te doen maar het is ook zwaar. De voorbereiding, alle keren dat je thuis weg bent. Voor nu geniet ik voornamelijk van mijn medaille, en mijn prestatie. En natuurlijk de spierpijn.