Nou ja, daar kwam het uiteindelijk wel op neer. Tussen wat films kijken met Bastiaan, mezelf 90 minuten ergeren aan Feyenoord en de boodschappen door liep ik dit weekend drie keer hard. Op vrijdagavond een bescheiden 8 kilometer na het avondeten. Niet te ver en niet te hard want zaterdag stond de kassenloop op het programma.
In 2016 deed ik ook al eens mee (zie hier) alleen toen waren ze in de eerste uitslag 1 bocht vergeten mee te tellen. Toen liep ik uiteindelijk 46:17 op de tien kilometer. Dit jaar deed ik mee aan de vijf kilometer wedstrijd. Waarom? Omdat een dag later er bijna 27 kilometer op het programma stond en ik eigenlijk bijna nooit een 5km wedstrijd loop. Dus ik had geen idee hoe snel ik daarop zou zijn.
Nou, best snel dus. Het is een bochtig én warm parcours dus ik heb zo’n vermoeden dat ik buiten wel een seconde of tien sneller zou moeten zijn. Niet slecht voor die oude botten van mij.
Na afloop dronk ik nog een biertje met wat bekenden en daarna weer op naar huis. Bier? Ja, inderdaad. In 2018 ga ik het allemaal wat minder gedisciplineerd aanpakken. Ja, ik loop mijn kilometers maar nee ik ga er niet alles voor laten.
En een dag later stond er dus bijna 27 kilometer op het programma. Van Bleiswijk naar Rotterdam en weer terug. Het was mooi weer alleen hadden we op de terugweg flinke wind tegen. Het voelde in ieder geval minder zwaar dan de lange duurloop van vorige week. Toen moesten we na 14 kilometer versnellen naar ons marathontempo. En dat was ineens behoorlijk omschakelen en aanpoten. De oogst van dit weekend? 1 medaille en bijna 40 kilometer op de tellerT. En dan nu even niet lopen tot woensdag.