Een voetbalstadion is niet per definitie de plek die je met de dood associeert. Toch is het (her)denken eraan nooit ver weg. Gisteravond tijdens de krankzinnige bekerwedstrijd tegen NEC vielen de vrijwilligers van Stichting Ambulancewens op aan de zijkant van vak Y.
Dit keer stond er niet een brancard maar waren er maar liefst vier mensen wiens laatste wens het was om nog eenmaal een wedstrijd van Feyenoord mee te maken. Op het twitteraccount van de stichting wordt altijd het geboortejaar vermeld van de personen over wie het gaat. Twee ervan waren rond mijn leeftijd. Voor buitenstaanders lijkt het misschien gek, waarom zou je met je broze gezondheid naar een steenkoud voetbalstadion gaan. Maar sommige zaken behoeven geen uitleg.
Voor de wedstrijd werd met een minuut stilte stilgestaan bij de duizenden slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en afgelopen zondag werd er massaal het ‘You’ll never walk alone’ gezongen voor de perschef van PSV. Nog tijdens diezelfde wedstrijd werd een mede-supporter gereanimeerd door alerte veiligheidsdiensten. Vreugde en verdriet liggen in een voetbalstadion soms wel heel dicht bij elkaar. Het is net het echte leven.
Op 13 mei 2017 namen we afscheid van een mede-kameraad die al jaren in blessuretijd leefde. De rode gloed van fakkels vulde zijn tuin en de evergreen van Gerry and the Pacemakers klonk vanuit onze kelen. Gelegen in zijn bed zwaaide hij voor de laatste keer naar ons. Of hij de doelpunten van Dirk de dag erna nog bewust heeft meegemaakt weet ik niet. Ik hoop van wel.
Gisteravond zagen de vier mannen op hun brancards een wedstrijd die je maar een paar keer in je leven meemaakt. Waarschijnlijk hadden ze hem alle vier liever omgeruild voor een nederlaag en een langer verblijf op aarde.
Al valt dat met Feyenoord-supporters nooit helemaal uit te sluiten.