Moe. Dat was wel de beste omschrijving van mijn fysieke gesteldheid vorige week. Moe van het vele trainen én de 36 kilometer van de zondag ervoor.
Na de langste duurloop heb ik woensdag wel gewoon met de Kieviten meegetraind. Een tempoloop met beklimming van de Rotterdamse alp. De trainer had meer zin in de beklimming dan de A-groep. Iedereen hield in om de kans op blessures te voorkomen.
De rest van de week heb ik uitgerust en (on)bewust me wel met de aankomende marathon bezig gehouden. Een bezoek aan de fysio en masseuse en een meeting bij Run2Day over de 42 kilometer van 9 april aanstaande.
Nu moeten we het ook allemaal niet groter maken dan het is. Er staan op die zondag ongeveer 30.000 hardlopers aan de start. Sommige zijn dikker en sommige zijn dunner. Sommige zijn in vorm en sommige wat minder. Niet teveel stress, je leven hangt er niet van af.
Afgelopen zondag stond de laatste lange duurloop op het programma. Bij terugkomst in Bleiswijk stond er weer 23 kilometer op de teller en zodoende heb ik in de maanden januari, maart en april telkens meer dan 200 kilometer hardgelopen.
Mijn spillebeentjes zijn wat gespierder geworden en mijn broeken zakken van mijn kont af. Volgens mij ben ik er wel klaar voor. We gaan het in ieder geval niet groter maken dan dat het is.