Onder het oude vak R stond in de jaren ’90 altijd een jongen uit Bergschenhoek zijn kroketten te verkopen. Op een grote zilveren schaal lagen de gefrituurde snacks onder een rood-wit geblokte theedoek.
Als vak R weer eens uitbrak om het uitvak te bestormen moest hij in allerijl zijn kroketten in veiligheid brengen. Na de verbouwing van De Kuip kon je voortaan bij een van de loketten terecht om je kroket te verkopen en verdween de losse krokettenverkoper uit beeld.
Toen Bert van Oostveen als een valse nicht sneerde dat hij er niet vrolijk van werd dat mensen een uur in de rij voor een kroket moesten staan verdwenen behalve de kroketverkopers ook de interlands uit het mooiste stadion van Nederland. In een vlaag om mee te doen met de moderne stadions kregen we in De Kuip ook die vet onhandige consumptiemuntjes ervoor terug. In een jaszak vind je altijd weer wat munten terug als ze net niet meer geldig zijn.
Na het vertrek van Van Oostveen speelt Oranje mondjesmaat zijn wedstrijden weer in De Kuip, de mensen verkiezen sfeer blijkbaar toch boven droog zitten. En de rijen voor de kroketten zijn ook niet zo lang. Dat bewees Michiel Kramer gisteren door in krap vijftien minuten tijd van de dug-out naar de kleedkamer te lopen en op de terugweg een broodje kroket te scoren.
Het beeld van een kroket-etende Kramer bleef lang hangen.Zou er om de hoek van de spelerstunnel net voor de ingang van de kleedkamer een ouderwetse krokettenverkoper staan? Met zijn waar onder een rood-wit geblokte theedoek. En hoe komt Kramer in vredesnaam aan muntjes?