Over een paar weken wordt Bastiaan alweer zes jaar. Zes jaar! En eigenlijk zijn die jaren ongemerkt voorbij gegaan. In het begin als baby verschoon je een miljoenmiljard luiers, voert potjes met een substantie van een ondefinieerbare kleur en je hoopt dat je aan broodnodige nachtrust komt.
Daarna help je zo’n kereltje een beetje met lopen, spelen en fietsen net zolang totdat ze het zelf kunnen. De woordenschat breidt zich iedere dag vanzelf uit en zelfs veters strikken zit op een gegeven moment tussen de oren. Het gaat allemaal redelijk vanzelf. Er zijn boeken vol over opvoeden geschreven maar volgens mij komt het voornamelijk aan op je boerenverstand.
Als hij een keer iets niet wil dan dreig je met draconische maatregelen of anders kopen we hem om met snoep en speelgoed. U begrijpt het al, wij zijn modelouders. Of dat proberen we in ieder geval te lijken voor de buitenwereld. ‘Nee hoor, onze zoon kijkt helemaal niet veel televisie’, ‘En van de minecraft krijgt hij een goed gevoel voor ruimtelijk inzicht’. Zoiets.
Nu vielen we gisteren echter keihard door de pedagogische mand. Bastiaan is deze week hulpje in de klas. Hij moet helpen vegen en de bordenwissers uitkloppen. Tijdens deze werkzaamheden zei hij bijna achteloos tegen zijn juffrouw ‘Thuis hoef ik nooit iets te doen’.
Ik vrees nu al voor de eerstvolgende ouderavond.