Januari begon met een klein rondje Rotterdam. De champagne en oliebollen liep ik eraf met miezerig weer. Hardlopen terwijl de rest van Nederland met een kater in bed lag. Waarom? Dat antwoord komt later in het jaaroverzicht voor.
Een week later volgde er een zeldzame groundhop want dat hardlopen met een doel is lollig maar je hebt amper tijd om oude stadions te bezoeken. Ons bezoek aan het Ludo Coeckstadion was wel gelijk een mooie. Kwaliteit boven kwantiteit zullen we dan maar zeggen nietwaar? Het verslag daarvan staat hier.
We renden in januari overigens gestaag door. Niet alleen met de marathontraining die iedere zondag in volume toenam maar ook met de Rotterdam Running Crew. Op een steenkoude woensdagavond verzamelden honderden lopers zich aan de voet van de Willemsbrug om dat gevaarte een paar keer te bedwingen. Uiteraard kwamen daar ook fakkels bij kijken. Want een run zonder fakkels is bijna onmogelijk.
In Nederland ging de competitie weer verder met waar we gebleven waren in december. Een overwinning voor Feyenoord. In de hoofden van de mensen op de tribune werd druk gerekend. Hoeveel punten zouden we nodig hebben om eindelijk weer eens op de Coolsingel te staan. Een gedachte die door bijna niemand hardop uitgesproken werd. Je moet de goden niet verzoeken.
Dat Gio alles op de competitie gooide bleek later die maand in Arnhem. Feyenoord ging met een (teveel) aangepast elftal onderuit bij Vitesse. Ik vond het een erg grote gok én waarom niet gewoon voor de dubbel gaan. Het is niet zo dat je ieder jaar in de race bent voor twee prijzen. Het was al ver na middernacht toen ik weer in Berkel was. Met een nederlaag op zak. Het voelde bijna vertrouwd.
Januari werd afgesloten met flink wat hardloopkilometers en opeenvolgende competie-overwinningen. En toen was het alweer februari. Traditioneel de maand van de Peenvogeltrip. Deze keer waren we te gast bij een wedstrijd waar ik al eens eerder was: Hull City vs Liverpool. Nu in december terugkijkend op deze trip is hij wel erg bijzonder voor mij. Bijzonder omdat Sander ook met ons mee was op deze trip. Het vele lopen en slapen op die boot moet echt zwaar geweest zijn voor hem. Maar hij wilde zo graag met zijn zoon met ons mee. De foto’s maken het een bitterzoete herinnering.
Feyenoord bleef ondertussen winnen en ik bleef ondertussen hardlopen. Niet alleen met de Kieviten in aanloop naar de marathon maar ook met de Rotterdam Running Crew. Een van de leukste lopen was die in het Luxor. Niet alleen omdat we een voorproefje van de musical te zien kregen maar ook omdat iedereen in foeilelijke shirts door steenkoud Rotterdam aan het lopen te rennen was. Verslag hier.
En toen kwam de wedstrijd, die achteraf, redelijk cruciaal bleek. Feyenoord won door doellijntechnologie van PSV en Het Legioen dagdroomde over iets wat we niet voor mogelijk hadden gehouden voor aanvang van het seizoen. De overwinning was terecht, maar de manier waarop hield de gemoederen nog dagen bezig.
En toen kwam maart. Een maand met veel hardloopkilometers en een onverwachte groundhop naar Wattenscheid (klik). Een fraai stadion met uitzicht op een mijn. Dat zijn de dingen die voetbal zo mooi maken. Je komt nog eens ergens. Maart was ook de maand van de ultieme test richting de marathon. Een duurloop van meer dan 35 kilometer. En opa en oma gingen ook weer eens naar een concert. Madball in de Baroeg.
Ook hier weer de trend die in de laatste tijd bij concerten zie. Ze beginnen allemaal enorm vroeg. De laatste paar concerten die ik bezocht stond ik iedere keer al voor elf uur weer buiten. Prima voor de werkende mens.
En in maart werden grote stappen gezet richting de Coolsingel. De CPC sloeg ik (ondanks dat ik een startbewijs had) weer eens over. Ik verkoos Feyenoord tegen AZ boven een rondje rennen in het Haagse. Je hebt zo je voorkeuren.
Stapelen en aftellen tot de marathon begin april. Maar daarover meer in het volgende deel van het jaarverslag. De maanden april, mei en juni met daarin een marathon, een afscheid, een kampioenschap en een Roparun. Maanden van uitersten.