Op weg naar het stadion werd het per halte drukker in de metro. Zaten er de eerste haltes vanaf het centrum alleen nog maar zakenmannen in hun pakken in the tube, naarmate de reis vorderde werd het publiek diverser. Van jonge mannen met dreadlocks tot vrouwen in gekleurde sari’s, En af en toe een paar mede-supporters.

‘Hé, daar heb je de opa-hooligans! Nog wat gesloopt vandaag?’

De jongen die voor hen stond herkenden ze als de supporter die Gerrit eens uit de handen van de politie gered had door zich voor te doen als zijn opa. Hij gaf de heren een knipoog. Het was niet de eerste keer die dag dat Hans en Gerrit zo begroet werden. Het nieuws van hun arrestatie en entree per politiewagen bij het hotel was als een lopend vuurtje door supporterskringen gegaan.

Het waren voornamelijk Nederlandse supporters die in de metro zaten. Hans vertelde dat hij dat de vorige keer ook al gezien had. De meeste Engelse fans zaten al in de pub en kwamen zo kort mogelijk voor de aftrap pas in het stadion.

Vanaf de metro was het nog 15 minuten lopen. De pubs die ze passeerden zaten afgeladen vol. Voor sommige kroegen stond een uitsmijter en bij andere pubs hing een bordje waarop stond dat alleen home-fans toegelaten werden. Dit om problemen te voorkomen. Uit een van de hamburgerkramen kwam een lucht van gebakken uien hen tegemoet. Ze kregen er spontaan honger van.

Niet veel later kwamen ze erachter dat het kopen van die hamburger een vergissing was geweest. Niet alleen was hij schreeuwend duur geweest maar de broodjes waarop ze geserveerd werden waren volgens Hans ‘zo taai als een oude circusolifant’.

Om het stadion heen liepen beide supportersgroepen door elkaar. Al was er wel veel politie op de been. Even hadden Gerrit en Hans het idee opgevat om superintendent Jones op te zoeken. Al had hij de dag ervoor niet echt gezegd of hij wel eens bij voetbalwedstrijden werd ingezet. Gerrit dacht van niet, Russische boeven vangen had waarschijnlijk zijn voorkeur gehad.

Op het moment dat ze het stadion binnen gingen zagen ze een zee van licht. Dit stadion had, zoals zoveel Engelse stadions, geen lichtmasten maar lampen in het dak. Er was ook geen plek voor lichtmasten want volgens Gerrit was het voetbalveld tevens de achtertuin van de vrouw op nummer 45, zo dicht stonden de huizen naast het stadion.

‘Block A, Row 2, Seat 143’ stond er op Gerrit zijn kaartje. Terwijl ze naar hun stoelen liepen viel de mannen pas op hoe dicht de stoelen op het veld stonden. Dat viel helemaal op toen ze eenmaal bij hun stoel aangekomen waren. Gerrit zat links van het doel op ooghoogte van de keeper.

‘Kelere, ik zit zowat op het veld, Hans. Ze moeten wel een beetje mikken die gasten.’

In het vak voor de Nederlandse fans werd het drukker en drukker. De supporters naast Gerrit en Hans herkenden de mannen van het hotel en vroegen hoe ze dag doorgebracht hadden. De wedstrijddag was een stuk minder spectaculair geweest dan de dag ervoor. Gerrit en Hans waren voornamelijk in de buurt van het hotel gebleven. Ze hadden wel even genoeg avonturen beleefd in Londen vonden ze.

Door het gepraat hadden ze nauwelijks in de gaten gehad dat het bijna tijd voor de aftrap was. Dat de Engelse kampioen de wedstrijd serieus nam bleek wel dat ze alle sterren hadden opgesteld. Inclusief de Argentijnse topschutter die voor een recordbedrag getransfereerd was. Hij was het nieuwe wonderkind van het internationale voetbal hadden alle kranten geschreven.

‘Je weet wat ze over wonderkinderen zeggen Hans, die branden meestal snel op’ was het gevatte commentaar van Gerrit geweest toen Hans zijn zorgen uitte of hun club wel bestand zou zijn tegen al deze internationale sterren. Gerrit zette zijn bril op, bij avondwedstrijden zag hij het zonder bril allemaal niet zo goed meer. Overdag had hij er nooit veel last van gehad.

En of hun club bestand was. Na het overleven van de verwachte stormloop in het begin begonnen ze steeds beter te voetballen. Er waren wat kleine kansjes en de sfeer in het stadion begon om te slaan. Meer en meer kregen de Nederlanders het Engelse publiek stil. En bij de rust klonk er gefluit door de thuissupporters.

De tweede helft speelden de Engelsen hun kant op. Weer schoten ze uit de startblokken. Nu kregen ze wel serieuze kansen en zorgde goed verdedigen dat het nog altijd 0 tegen 0 stond. In de verte tikten de minuten op het gigantische scorebord traag weg. Er waren nog ruim tien minuten te gaan toen de buitenspelval niet goed werkte en de Argentijnse spits een vrije doorloop richting het doel kreeg. Hij haalde uit en Gerrit en Hans rekenden al op een goal.

Het schot was keihard en vloog net langs de paal. Gerrit zag de bal op zich af komen…..

….en toen werd alles zwart.

Hoofdpijn, enorme hoofdpijn. En de geur van desinfectiemiddel. Dat was het eerste wat Gerrit te binnen schoot. Toen hij zijn ogen opendeed zag hij dat hij niet meer in het stadion was maar dat hij in een ziekenhuisbed lag. Hij probeerde op te staan en toen begon alles weer te draaien.

‘Rustig ouwe reus, gewoon effe blijven liggen’.  De stem van Hans klonk als een reddingsboei in deze zee van nieuwe indrukken. Gerrit kwam langzaam aan bij zijn positieven en zag zijn vriend in de hoek op een stoel zitten. Door de deur kwam een verpleegster.

Hans vertelde dat hij knock-out was gegaan door het harde schot. De bal had Gerrit vol in zijn gezicht geraakt en hij was ongelukkig terecht gekomen in de krappe ruimte in het vak. Meteen had Hans zich over zijn vriend ontfermt en was hij voor hulp op een steward afgerend. Zodoende had hij ook gemist wat er op het veld gebeurde. Een aantal spelers van de Engelse kampioen hadden het voorval gezien en hadden even meer oog voor wat er in het uitvak gebeurde dan op het veld.

De keeper van de club van Hans en Gerrit had niets gezien en nam snel de uittrap. Door het nummerrieke overwicht op het veld was (de Argentijnse spits stond nog steeds naar het uitvak te kijken hoe het met zijn slachtoffer ging) er ruimte voor een Nederlandse aanval. De bal werd via de zijkant voorgegeven en de aanvoerder van de Nederlanders had de bal feilloos binnengeschoten. 0-1 en het uitvak ontplofte, iets wat de hulpverlening aan Gerrit niet vergemakkelijkte. Met loeiende sirenes werden hij en Hans naar het ziekenhuis gebracht. En daar zaten ze nu nog.

Gerrit zijn bril was kapot en hij moest de nacht in het ziekenhuis blijven. Ze wilden geen risico nemen met ‘oudere’ mensen. Iets wat beide heren als een belediging opvatten. Gevolgd door een blozend hoofd van de verpleegster die dit nieuws moest komen vertellen.

De volgende ochtend  kwam er een bekend gezicht op  visite. Superintendent Jones kwam de kamer in met een krant in zijn hand. Op televisie was het schot van de Argentijn eindeloos herhaald. Zo vaak dat zelfs een niet-voetballiefhebber als Jones het gezien had. En hij herkende de mannen van de avond ervoor. Als politieagent was het een koud kunstje geweest om te achterhalen waar ze het slachtoffer heen gebracht hadden.

‘Hello guys, jullie weten wel hoe je in the picture moet komen right’ klonk het als een mengelmoes van Nederlands en Engels.

‘It looks like alsof ze my hebben gebeld voor het maken van de headlines’ ging Jones verder. ‘Ze hebben clearly op Google gezocht for the Dutch word voor glasses’ vertelde de agent. Op dat moment draaide hij de krant om zodat de sportpagina zichtbaar werd. Boven een grote foto van de afdruipende Argentijnse ster stond er in koeienletters:

“Bril-liant counter leads to Dutch victory”

 

 

Door Jeroen

Jouw reactie hier!