De lamellen lieten de zonnestralen in stukjes op het bureau neerkomen. Gerrit keek zijn ogen uit, hij was slechts twee keer eerder op het stadhuis geweest. De eerste keer was toen hij met Mien trouwde. Het miezerde en was een grauwe dag, op de foto die toen gemaakt werd was daar niets van te zien. Er stond een stralend bruidspaar op de trappen voor het statige stadhuis.
De tweede keer was in een andere hoedanigheid. Gerrit kon niet tegen onrecht en daarmee was hij in de haven al snel bij een vakbond terecht gekomen. Doordat hij goed met iedereen op kon schieten was hij al snel gepromoveerd tot woordvoerder als er weer eens gestaakt werd in de haven.
Gerrit had zelf een gruwelijke hekel aan staken maar soms heiligde het doel de middelen. En tijdens een van die stakingen was hij door de toenmalige burgemeester uitgenodigd om op het stadhuis te komen praten. Hij herinnerde zich de zaal met de grote statieportretten en de verhitte discussie die er gevoerd werd. Ze liepen als overwinnaars het stadhuis uit.
Dit was de derde keer dat hij er was. Voor hem lag de krant van vandaag. Zoals al de hele week sierden artikelen over zijn club de voorpagina. Het waren de dagen voor ‘de zondag’, de zondag dat zijn club eindelijk weer eens kampioen kon worden. Een lokaal radiostation was op zoek geweest naar bijzondere supporters en zonder dat hij het wist had Hans hem opgegeven. Het interview zou voor deze gelegenheid plaatsvinden op het stadhuis. Vlak bij de plek waar het elftal gehuldigd zou worden.
Op weg naar het interview vroeg Gerrit zich weer af waarom ze zijn verhaal interessant zouden moeten vinden. Hij had liever gehad dat Hans niks had doorgegeven. Wat moesten ze nu met het verhaal van een oude man. Eentje die zelfs pas weer sinds dit jaar naar het stadion ging.
De journaliste was aardig en wist de juiste snaar bij Gerrit te raken. Hij vertelde over zijn Europese reizen samen met Mien. Hoe het vroeger was, over haar dood en dat hij daarna tijden niet meer in het stadion was geweest. Het werd een verhaal over de liefde voor een voetbalclub en het afscheid moeten nemen van je geliefde. Over de toekomst en het verleden.
Wanneer het uitgezonden zou worden vroeg Gerrit bij het afscheid. De journaliste vertelde hem dat het een van de onderwerpen zou worden in een speciale aflevering op de dag van de wedstrijd. En of Gerrit aan de radio gekluisterd zou zitten.
‘Ik ken het verhaal al’ was zijn antwoord en met een stevige handdruk namen ze afscheid.
Gerrit had de hele zaterdag de radio aanstaan maar bij het horen van zijn eigen stem ging hij snel naar de keuken om koffie te zetten. Niemand vind het leuk om zichzelf op de radio te horen en Gerrit was geen uitzondering daarin.
Op social media ging het daarna al snel over Gerrit. Mensen die het verhaal gehoord hadden reageerden positief en soms emotioneel, #Gerrit werd een trending topic. De radio stond die middag op veel plekken in de stad aan. Een van die plekken was het kantoor van de voetbalclub en na het horen van zijn relaas pleegde de pr-manager wat telefoontjes. Een ervan was naar de journaliste van het radiostation.
Het oude stadion was zonovergoten toen de aftrap werd genomen. Aan alles voelde je dat het anders was. De zenuwen bij de warming-up, de fakkels bij opkomst en het gevoel dat er iets moois te gebeuren stond.
De televisiecamera’s draaiden richting het ereterras, de voorzitter stond in zijn blauwe pak te klappen bij opkomst. Hij had de club weer de juiste koers gegeven. Een koers die vandaag moest resulteren in het eerste kampioenschap sinds jaren.
Twee rijen onder hem zaten Gerrit en Hans. De club had via de journaliste contact opgenomen met Gerrit en hem als eregast uitgenodigd voor de wedstrijd. Ze hadden een plaatsje voor hem gereserveerd. Toen kwam zijn vakbondsgevoel weer naar boven. Hij wilde graag op het aanbod ingaan, maar dan samen met Hans. De felheid in zijn stem deed de directeur in lachen uitbarsten. Natuurlijk kon dat geregeld worden. Gerrit schaamde zich erna een beetje voor zijn eigen reactie.
De wedstrijd was meer spannend dan goed. In de tweede helft werd de bevrijdende twee nul gescoord en het kampioenschap was een feit. Het gejuich was tot in de verre randgemeenten te horen. Toen de aanvoerder de kampioenschaal omhoog hield stroomden her en der op de tribunes wat tranen van geluk.
Gerrit en Hans stonden na afloop wat onwennig in een van de zalen in het stadion. Met een biertje in hun handen vierden ze het kampioenschap. Buiten het stadion stond de spelersbus met draaiende motor te wachten om de selectie naar het stadhuis te brengen. Daarachter stonden nog wat touringcars voor sponsors en genodigden.
Met een rood hoofd kwam de pr-manager op hen af. Of ze op wilden schieten want de bussen vertrokken zo. Voor ze het wisten zaten ze tussen de spelersvrouwen en de bobo’s in een bus. De stad was volgestroomd met feestvierende fans en de bussen hadden de grootste moeite om de straat achter het stadhuis te bereiken.
Via de achterdeur betrad Gerrit voor de vierde keer in zijn leven het stadhuis. Niet slecht voor een eenvoudige havenarbeider dacht hij. Aan de andere kant van het stadhuis stond een massa mensen te wachten op de schaal.
Het voelde alsof de stad opnieuw bevrijd was.