Ik heb geen baard of heel moeilijke uilenbril, Sandra zit niet op yoga en heeft ook geen bakfiets. Ondanks dat proberen we wel op ons voedsel te letten. Iets minder suiker, gezonde smoothies. U kent dat wel (of niet, dat kan ook ik neem het u niet kwalijk).
Verwacht niet dat we hier tarwegras of Quinoa-taartjes eten, maar we proberen wel op ons eten te letten. Van de week maakte ik voor de eerste keer zelf pindakaas. Supersimpel, 500 gram pinda’s, wat olie en een beetje zout. Kind kan de was doen, niks geen ingewikkelde ingrediënten die ik bij wijze van opschepperij iedere maandag op Facebook post (in de hoop dat iedereen dat dan like’d), gewoon in de blender en klaar.
Bij het ontbijt wilde Bastiaan de zelfgemaakte pindakaas wel eens proberen. En ik moet toegeven, hij smaakte best goed. Maar toch ontbrak er iets aan deze variant. Voor mij in ieder geval. Dus ik zeg tegen Sandra dat ik de volgende twee versies maak. Een normale en eentje met een gebakken peper. Voor een beetje bite, want iets pittiger mocht wel.
Bastiaan reageerde als door een slang gebeten.
‘Oho. Ik hoorde je wel hoor stoute papa!’ zei hij met een gezicht dat op onweer stond.
‘Maar ik maar er twee, ook een normale versie voor jou.’
‘Niks daarvan, ik wil geen pindakaas met gebakken peuter!’
De volgende keer niet meer iets proberen te vertellen met een mond vol pindakaas leek mij het meest verstandig.