Goede voetballers worden vaak artiesten genoemd, een goede Nederlandse trainer een Hollandse Meester. Een mooi doelpunt is een plaatje van een goal. Een schitterende passeerbeweging is een kunststukje. Als voetballers schilders zouden zijn dan is het lege veld hun kanvas. En wij, de toeschouwers kijken mee hoe langzaam een meesterwerk verschijnt. Een klein beetje zoals Bob Ross dat op televisie deed. Met iedere penseelstreek verscheen er een eekhoorn of een boom.
Het zal niet lang duren voordat onze vorige trainer, Arne Slot, het predikaat Hollandse Meester zal krijgen. Al is het maar de vraag hoever ze in Liverpool op de hoogte zijn van de werken van Frans Hals, Vermeer en Van Rijn. De laatste twee namen stonden ooit in een Klassieker tegenover elkaar op het veld. Die confrontatie werd bepaald geen wedstrijd om in het Feyenoord-museum te hangen.
Onze huidige trainer lijkt me meer van de minimalistische kunst. Grote ruimtes met functioneel wit. En laten die grote ruimtes nou net de achilleshiel zijn van het huidige Feyenoord.
De grootste artiest op het veld is Anis Hadj Moussa. Met zijn bewegingen doet de Parijzenaar nog het meest aan de schilder Henri Matisse denken. Matisse, de koning van de kleur, benaderde schilderkunst met een bijna kinderlijke vreugde en onbevangenheid net zoals Hadj Moussa op het voetbalveld doet. De ene kapbeweging na de andere. Penseelstreken langs de lijn.
Of Anis weet wie Henri Matisse is? Ik vermoed van niet. In een filmpje op instagram zie je Hadj Moussa door zijn oude buurt in Parijs rijden. Op een donker basketbalveldje, waar ongetwijfeld de basis van zijn kap- en draai-bewegingen ligt, poseert hij samen met zijn posse. Dit is de wereld van hiphop en grafitti. De Banlieu.
Hadj Moussa opereert op het snijvlak tussen streetart en kunst. In het museum van De Kuip is er tussen al die Hollanders uit het verleden ook een plekje voor een nieuwe Franse meester.
Heel mooi proza!
Dank je wel