Tijdens ons vorig bezoek aan Cambodja kwam ter sprake dat oud en nieuw vieren bij Jan en Phary weleens de volgende reis zou kunnen worden. Zo gezegd, zo geboekt en dus vertrok Menno op 2e kerstdag naar Cambodja en volgden Kees, Linda, Sandra en Jeroen twee dagen later. Tevens wilden wij het noorden van Vietnam wel eens bezoeken. In het zuiden waren we in 2006 al eens geweest en goede ervaringen van bekenden zorgde ervoor dat Menno, Sandra en ik na oud en nieuw drie weken lang door Vietnam zouden gaan reizen.
Hieronder onze foto’s.
Siem Reap, Cambodja. 29 december 2008.
Tijdens onze overstap op Bangkok naar Siem Reap bleek dat wij niet op de vlucht zaten. Foutje van de KLM. Na een paar zweetdruppels en onze vriendelijkste lach mochten we toch mee op deze vlucht. Het toestel zat gelukkig nog niet vol. Om de zenuwen weer normaal te krijgen namen we er een koude Singha op.
Op het vliegveld stond een ontvangstcomit klaar. De paparazzi rechtsvoor is Menno, links met de borden staan Jan en Phary klaar met een bord voor het geval we ze niet zouden herkennen. 😉
Een kijkje bij het huis van Jan en Phary, daarna wat eten bij Khmer-kitchen en toen was het bedtijd.
De volgende dag zijn we naar West Baray gegaan. Een groot kunstmatig meer uit de tijd van Angkor. Het is een rechthoekig meer van 8 bij 2 kilometer en in het midden staat op een eiland een hindoe-tempel. Nu kan je er prima relaxen. Voor een paar dollar huur je je eigen ‘hut’ met hangmatten en eten en drinken is (uiteraard) binnen handbereik.
Je moet alleen niet proberen met zijn tween in een hangmat te gaan liggen.
Op de terugweg hadden we nog wat lekkernijen meegenomen. Dit zijn rijstballetjes gevuld met palmsuiker. En voor Menno was er…
…spin. Kijk naar de foto’s hieronder en trek uw conclusie. Vind hij het lekker of niet?
Daarna was het tijd voor een potje Catan. Jan kijkt op de tweede foto wel erg boos maar won uiteindelijk toch.
Tijd om wat te gaan eten. En wie mag er bier tappen? Juist, diegene die zelf niet drinkt. 😉
31 december werd rustig doorgebracht. Een massage hier, wat zwemmen daar en in de avond het feest bij Lotus Lodge. Iedereen moest voor 3 dollar een kado kopen wat per lootje getrokken werd. Linda en Phary hadden rieten hoeden gekocht met verschillende inhoud (o.a. sloffen en een wc-borstel). Hilariteit alom wanneer iemand van het personeel zo’n kado kreeg.
Daarna was het tijd om barstreet op te zoeken. Om half elf viel echter alle stroom uit in Siem Reap. Eenmaal in barstreet aangekomen was het nogal een onwerkelijk tafereel. Een hele straat vol drinkende mensen maar zonder al teveel licht en geen muziek. Toen om half twaalf de stroom weer aanging, leek het wel alsof het toen al twaalf uur was.
De volgende foto’s behoeven weinig uitleg denk ik.
Na al die drank was de redding nabij in de vorm van springrolls..
En het werd erg laat.
Nieuwjaarsdag stond zoals je zult begrijpen in het teken van bijkomen en luieren.
2 januari zijn we naar Kampong Phhluk gegaan. Een drijvend dorp in de buurt van Siem Reap. Eerst zover Jan zijn auto ons kon brengen en daarna achterop een motor tot de boot.
Het droge gedeelte van het dorp.
Garnalen liggen te drogen.
Menno helpt de dame van de boot een handje.
Varend door een oerbos.
Eenmaal terug in Siem Reap even een snack op de lokale markt.
En ’s avonds weer gegeten bij dat leuke zaakje bij Angkor Wat. De volgende dag hebben we nog met zijn allen geluncht voordat Menno, Sandra en ik op 4 januari naar de hoofdstad van Vietnam vlogen.
Laatste potje poolbiljart bij Lotus Lodge.
Hanoi, Vietnam. 4 jauari 2009
Bij aankomst bleek er vlak bij ons hotel een Ierse pub te zitten. Dus wat doe je dan?
Hanoi was een stuk koeler dan Siem Reap en het was er ook stukken drukker. Veel uitingen van het communisme in het straatbeeld. Uiteraard de bekende Vietnamese vlag maar ook de rode hamer en sikkel-vlag zag je veel in het straatbeeld.
Mooie Lambretta op straat.
Als eerste zijn we naar het Hoan Kiem meer gegaan. In het midden van het meer staat de Ngoc Son tempel en die bereik je door over de The Huc brug te gaan. De tempel is opgedragen aan generaal Trang Hung Dao. Een van Vietnams grootste helden.
De Ngoc Son tempel.
Op een van de pleinen stond deze draak die geheel gemaakt was van bloemen al te wachten op het Tet-feest.
Het restaurant van tv-kok Bobby CHinn lag iets buiten ons budget.
Bijna 40 jaar na zijn dood spreekt Ome Ho nog altijd zijn volk toe.
Op naar de tempel van de literatuur. Gebouwd in 1070 en opgedragen aan Confucius. Dit centrale pad was alleen bestemd voor de keizer. Alle volgelingen moesten door de rode deuren ernaast naar binnen. Anno 2009 mag iedereen door de centrale ingang.
Twee belangrijke dieren uit de oosterse mythologie. Een Fenix (die uit zijn as kan herrijzen) en een schildpad (die lang leeft).
Confucius.
En Sandra.
Op de weg naar de Hoa Lo gevangenis even een biertje gepakt bij een van de vele Bia Hoi stalletjes.
Hoa Lo Prison Museum. Deze voormalige gevangenis is ooit gebouwd door de Fransen (wat de tekst boven de ingang verklaard). Gedurende de oorlog tussen de VS en Vietnam werden hier Amerikaanse krijgsgevangenen vastgehouden waaronder voormalig presidentskandidaat John McCain. In de 2e indochina oorlog kreeg de gevangenis de naam Hanoi Hilton.
De Fransen gebruikten de guillotine vaak om opstandige Vietnamezen te berechten. In het andere gedeelte van het museum veel propagandamateriaal over hoe goed de Amerikanen behandeld werden.
Plaquette ter nagedachtenis van de gruwelijkheden die de Fransen uithaalden.
Tijd voor wat eten. Wil je een vis? Dan zal je een vis krijgen ook!
De volgende dag met de Lonely Planet van Menno een wandeltocht door het oude Hanoi gehouden. Eerst kwamen we langs een van de vele marktjes.
Daar krijg je honger van en dus een stokbroodje La Vache Qui Rit. Door ons omgedoopt tot een koe. Dat praat stukken makkelijker.
In een piepklein steegje zat, nadat je een trap op was gegaan, ineens deze tempel.
In een andere tempel was iemand bezig alle deuren van een nieuwe laag verf te voorzien.
Oude stadsmuur van Hanoi.
Bij het museum van de militaire geschiedenis hangt de vlag in top. Voor de rest veel oorlogsmateriaal wat buit werd gemaakt op de Amerikanen.
Aan de overkant van het museum staat goede vriend Lenin.
En een stukje verderop het mausoleum van Ho Chi Minh zelf. Zeer tegen zijn laatste wens in overigens want hij wilde gecremeerd worden. Maar net zoals andere communistische leiders als Lenin (heb je hem weer) en Stalin werd Ome Ho opgebaard.
Het Ho Chi Minh museum.
De eenzuilige pagode.
Na al het culturele ook tijd voor een biertje. Jeroen zit aan de cola want zijn maag werkte die dag niet mee.
Via internet hadden we al een trip naar Ha Long bay geboekt. Het gebied is een werelderfgoed van Unesco en dat is te merken ook. Enorm veel jonken die een eendaagse of meerdaagse trip aanbieden door de baai met zijn merkwaardig gevormde rotsformaties. De trips verschillen in de prijs die je er voor betaald. Die van ons was prijzig (65 dollar met ophalen en wegbrengen vanuit Hanoi) maar daar kregen we enorm veel en lekker eten voor en een ruime driepersoonskamer aan boord.
Een van de vele boten.
In sommige van de heuvels zijn mooie grotten te bezichtigen. Op de foto komt dat echter niet helemaal over zoals in het echt.
De avond viel en na het eten hebben Menno en ik twee jochies van Vietnameze afkomst een poepie laten ruiken tijdens Mario Kart op de DS. We hadden verwacht geen schijn van kans te hebben maar dat viel reuze mee. De hele boot was aandachtig toeschouwer.
De volgende dag zijn we een stuk met de kano door Ha Long Bay gepeddeld.
Eenmaal terug in Hanoi op naar het station om de nachttrein naar de keizerstad Hue te nemen. We hebben het luxe gedaan met een softsleeper. Oftewel ‘echte’ bedden. Sandra sliep beneden, de mannen boven.
De beslaapster van het vierde bed stapte pas een station later in, dus we konden nog rustig een biertje drinken, potje Catan en luisteren naar de muziek op Sandra’s i-pod.
Uitstappen.
In Hue was het regenachtig. Wij hebben fietsen gehuurd om de oude stad te gaan verkennen.
De van Brienenoord van Hue. Alleen niet voor auto’s. Hier steken we de parfumrivier over naar de oude citadel.
De hoogste vlaggentoren van Vietnam.
De ingang van de keizerlijke stad. Met daarboven de wachttoren van de vijf Feniksen vanwaar de keizer alle ceremonies bekeek.
Hier lag ooit de verboden paarse stad. Lag, want de Amerikanen hebben dit stuk van de citadel (wat er uitzag als de verboden stad in Peking) in 1968 met de grond gelijk gemaakt tijdens een van de vele bombardementen.
Jeroen zijn oog viel op lichtmasten in de verte. En bij aankomst zagen we het stadion van Hue. Wij dus even naar binnen.
Een biertje in de DMZ-bar en een potje poolen.
En uiteraard een hapje eten.
De volgende dag naar het DMZ gebied gegaan. Tijdens de conferentie van Geneve in 1954 werd bepaald dat er rond de 17e breedtegraad een bufferzone zou komen tussen Noord en Zuid Vietnam. Deze grens ligt net boven Hue en was tijdens de tweede Indochina oorlog (die wij dus kennen als de Vietnam oorlog) een van de meest bevochten delen van dit land. Aan de ene oever van de Ben Hai rivier staat dit monument. Een vrouw met dochter die kijkt waar haar man en zoon blijven.
De brug over de Ben Hai rivier. Hier loop je dus van Zuid naar Noord Vietnam.
In het nabijgelegen museum is Ome Ho uiteraard present. Voor de rest veel propaganda materiaal en beeldmateriaal over de oorlog.
Overzichtskaart van het oorlogsgebied. Hierna zetten we koers langs de wilde zuid-Chinese zee naar de tunnels van Vinh Moc. Deze tunnels hadden net als de tunnels van Cu Chi verschillende verdiepingen namelijk 10, 15 en 20 meter diep. Je kan nu alleen de eerste twee dieptes bezoeken.
De tunnels werden gebouwd als toevluchtsoord voor dorpsbewoners om te ontsnappen aan de intense Amerikaanse bombardementen van de gemeenschappen Son Trung en Son Ha in de gemeente Vinh Linh in de Vietnamese gedemilitariseerde Zone. Het werd in verschillende fasen gebouwd en was in gebruik van 1966 tot aan 1972. In het complex waren waterputten, keukens, kamers voor elke familie en medische ruimtes. Ongeveer 60 families leefden in de tunnels, er werden 17 kinderen in geboren.
Deze tunnels waren zo goed gebouwd dat niemand uit het dorp om het leven kwam. De enige voltreffer was een bom die niet ontplofte, het erdoor ontstane gat werd als ventilatiekanaal gebruikt.
Voorbeeld van een huiskamer.
Sommige uitgangen kwamen aan de kust uit.
Een van de vele begraafplaatsen langs de kant van de weg in dit gebied. Alle graven beginnen met de aanhef Liet Si oftewel martelaar.
Een stille getuige langs de kant van de weg waar ooit de Doc Mieu basis van de Amerikanen lag.
Tsja en toen de laatste avond in Hue. Na de DMZ-tour waren we toe aan een biertje. En eigenlijk zijn we niet meer gestopt. Het werd een hele wazige avond. De tocht ging van de Why Not-bar (goedkope halve liters en slechte muziek) naar de DMZ-bar (duurder bier maar veel betere muziek). Ergens halverwege kwamen we de Ushi-bar tegen. Nadere bestudering bracht aan het licht dat er Nederlandse vlaggetjes aan de gevel hingen. Raar, want zoveel Nederlanders zijn we nu ook weer niet tegengekomen. Wij naar binnen voor een potje poolen en een biertje toen de eigenaresse naar ons toekwam. Dit verklaarde de naamstelling van de kroeg. De dame in kwestie had redelijk grote voortanden (mag ik best zeggen) en een pony. Gecomplementeerd met een uilenbril (waar ze overigens niet door kon kijken) en de vergelijking was te begrijpen. Zeker na een paar halve liters Huda-bier. Enfin, wij zijn er maar blijven eten en daarna de avond afgemaakt in de DMZ-bar waar het erg laat werd.
Met de trein naar Danang. Of zoals de Fransen het noemden Tourane.
Uitzicht vanuit de trein.
In Danang zelf was niet heel veel te beleven. Behalve een Vespa op de stoep en een museum gewijd aan de Cham beschaving. Een beschaving die valt te vergelijken met de grote beschavingen van Angkor in Cambodja en Ayutthaya in Thailand. Het museum zelf viel tegen als je zoals ons al in Ayutthaya en Angkor bent geweest.
Hierna zijn we naar het strand van Danang gegaan. In maart 1965 landde hier de eerste Amerikaanse mariniers. Deze maakten van Danang een belangrijke militaire basis op. Veel Amerikanen kwamen hier tussen de gevechten door uitrusten op de stranden waarvan China Beach het meest bekende strand is. Toen wij er waren was het er vooral winderig.
De volgende dag zouden we vertrekken naar Hoi An. Maar niet voordat we wat vers getapt bier op straat zouden drinken.
Wachtend op de bus naar Hoi An.
Hoi An is een klein stadje wat aanvoelt als een levend museum. In de kleine straatjes zijn talloze tempels, oude koopmanshuizen en bezienswaardigheden als de Japanse brug op elkaar gepakt. Alles is makkelijk aan te lopen en met een toegangskaartje kan je de meeste musea en tempels bekijken. Verder is de stad bekend om zijn kleermakers. In diverse ateliers kan je alle kleding laten maken wat je maar wilt.
Hoi An is een smeltkroes van verschillende samenlevingen van Chinese afkomst. Iedere gemeenschap heeft een eigen tempel. Meestal opgedragen aan verschillende goden. Dit is de Fujijan gemeenschapshal. Achterin de tempel kan je een wierookspiraal aan laten steken met een persoonlijke wens, de wierookspiraal brandt een maand. Wij hebben dat laten doen in een tempel in Saigon.
Een van de vele winkeltjes in Hoi An.
Met de boot naar de overkant van het water gegaan. Op het eiland Cam Nam woont een Nederlander die met zijn Vietnamese vrouw fietstochten door de omgeving organiseert en kookcursussen. Wij wilden wat gaan boeken bij hem dus maakte we met een watertaxi de oversteek.
De Japanse brug. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden in Hoi An. Gebouwd rond 1594 door de Japanse gemeenschap in Hoi An. Aan de ene kant van de brug staat een beeld van een hond en aan de andere kant van de brug staat een beeld van een aap. Volgens de overlevering zijn dit belangrijke dieren in de Japanse mytholgie. Een ander verhaal zegt dat ze met de bouw zijn begonnen in het jaar van de aap en dat de brug voltooid is in het jaar van de hond.
Ongeveer iedere avond dit jaargetijde stroomt de Thu Bon rivier over. Dat betekende dat we een stuk om moesten lopen om bij ons hotel te komen. Of natte voeten krijgen.
Het weer was een stuk mooier geworden dus op de fiets langs de rijstvelden naar het strand.
Jeroen speelt baywatch.
En Menno eet krab.
De volgende dag per fiets het Cam Nam eiland gaan verkennen onder leiding van Lotus.
De haven. Is even wat anders dan Wilton-Feijenoord.
Na het fietsen inkopen doen op de markt voor onze kookcursus.
Uitleg van Linh. Op het menu stond: gevulde inktvis, vis in een kleipot, loempia’s met garnalen en gebakken waterspinazie met knoflook. Het was de allerbeste lunch van de hele reis. En nog zelf gemaakt ook!
Na alle gedane arbeid ging een vers biertje voor ongeveer 20 eurocent er wel in. Onze fietsen staan op de kade te wachten. Wij waren aan het wachten op de nachtbus naar Nha Trang. Wat een memorabele nacht werd.
Hier kunnen we nog lachen.
En hier al wat minder.
Bij het boeken van de nachtbus van Hoi An naar Nha Trang voor 15 dollar per persoon zagen we plaatjes van ruime bedden die er enigzins comfortabel uitzagen. Dat comfortabele viel reuze mee zeg maar. En die rustige rit…dat had het ook wel kunnen zijn ware het niet dat de chauffeur niet over de snelweg reed maar over provinciale wegen waardoor het geheel meer op een spelletje Mario Kart tussen Menno en Jeroen leek. Eens, maar nooit meer.
En toen was het tijd voor het strand in Nha Trang. De zee was nogal wild waardoor je soms echt meters meegesleurd werd in de branding. Dit tot grote hilariteit van Menno en Jeroen die er maar geen genoeg van konden krijgen.
Langoustine word klaargemaakt aan je strandstoel.
Of vers fruit. Zoals hier de dragonfruit. Zo hebben we het begrijpelijk wel een aantal dagen uit kunnen houden aan het strand. Wat eten hier, wat drinken daar. Af een toe een duik en ook een massage.
Op een dag was er iets verderop een hardrock concert aan de gang. Terwijl de Vietnamese hardrock bands met namen als Titanium en Microwave zich uitsloofden keek het publiek (op hun vervoersmiddel uiteraard) geamuseerd toe. Of waren ze in shock?
Sandra tijdens een van onze bezoekjes aan de bar van Crazy Kim. Kim is een van de vele bootvluchtelingen die na de overwinning van de communisten uit Vietnam gevlucht zijn. Ze heeft ook nog in Nederland gewoond voordat ze uiteindelijk in Canada terecht kwam. Nu is ze weer terug in Vietnam en is ze een bar gestart. Het bier is er iets duurder maar de opbrengst is voor een goed doel.
De vele strandverkopers in Nha Trang, fruit en seafood door ouwe beppies en ansichtkaarten door jonge kinderen komen allemaal naar het schijnt uit een dorp hier zo’n 1200 kilometer vandaan. En juist die jonge groep is kwetsbaar. Om te overleven moeten ze ongeveer een euro per dag verdienen. En als ze dat geld aan het einde van de dag niet hebben zijn ze vatbaar voor smerige voorstellen van pedofielen.
Kim zorgt met haar bar dat de kinderen een opleiding krijgen en zorgt ook voor de jacht op pedofielen met haar opbrengst. Nou, dan willen we best wat meer voor een biertje betalen nietwaar? En een dag later vierde Kim haar 10-jarig jubileum. Daar moesten we na een dagje strand naar toe.
Maar niet voordat de heren eerst geknipt en geschoren werden.
Jeroen aan de wodka-red bull die hem een dag later letterlijk de keel uitkwam. De volgende dag hebben we weer aan het strand gelegen en om 21:00 uur afscheid van Menno genomen die naar Ho Chi Minh City ging. Wij zouden twee dagen later volgen.
Ons hotel in Nha Trang. Spreek dat maar eens op zijn Engels uit.
Laatste keer naar het strand. Wij zouden in de avond ook de nachttrein nemen naar HCMC.
Bui Vien road in de backpackers wijk van Saigon. Menno had alvast een kamer voor ons geregeld. Zelf ging hij die dag naar de Mekong Delta. Wij zijn inkopen gaan doen bij Saigon Scooter Center. Waar wel een heel bekende sticker op de deur geplakt zat.
Nog even in het museum rondgekeken.
Sandra aan de Pho. De beroemde Vietnamese noedelsoep.
Heel Ho Chi Minh City stond die dagen in het teken van Tet. Tet is voor de Vietnamezen Kerst, Oud en nieuw en je verjaardag in een. Alle huizen worden van een nieuw laagje verf voorzien. Oude schulden worden afgelost en nieuw werk wordt niet meer opgepakt. Overal zie je zogenaamde Tet-bomen verschijnen met de gele bloemen (yellow apricot-flower). Het openbare leven komt geheel tot stilstand en iedereen gaat bij zijn familie op bezoek.
Bij ons hotel was vlakbij een groot plein waar ze die Tet-bomen verkochten. Buiten deze bomen zag je ook veel kleine bomen met mandarijnen.
Saigon online.
De drie musketiers weer bij elkaar.
Op onze laatste volledige dag in HCMC zijn we naar Cholon gegaan. Dat is de wijk in district 5 wat letterlijk grote markt betekend. En het is dus letterlijk een grote markt. Het Chinatown van Saigon. De stad heet overigens officieel sinds 2 juli 1976 (De dag dat Sandra geboren werd) Ho Chi Minh City maar op de meeste dingen, zoals de treinkaartjes, staat gewoon Saigon.
Cholon is niet echt te vergelijken met Chinatown in Bangkok. De markt zelf is wel druk met kleine steegjes, maar de wijk eromheen is ruim opgezet. Niet dat je er veel andere dingen kan kopen overigens. Vers fruit, vlees, vis, kleding, dingen om te offeren, potten, pannen enz. enz. Een grote traktatie voor de ogen al die kleurrijke dingen.
In Cholon barst het ook van de tempels. Een paar hebben we er met een bezoekje vereerd. In een van de tempels in Cholon hebben we nog een wierookspiraal gekocht en aan laten steken. Die brandt dan de komende weken. Dat kon je in een van de tempels in Hoi An ook laten doen. In Hoi An kostte je dat 20 dollar. In de tempel waar wij waren nog geen euro.
De spiraal die daar nu in zijn eentje hangt is de onze.
In Saigon is het nog steeds druk, erg druk.
Bar op de hoek bij het hotel. Kijk naar de lampen.
Naar de nachtmarkt. Weer veel bloemen en planten voor Tet.
Bij een eetstalletje bij de nachtmarkt bestelden Sandra en Menno kikker. De 2 grote padden werden even verderop uit een aquarium gehaald en een van de kikkers sprong precies bij Sandra zijn vrijheid tegemoet. Althans dat dacht hij. De kok was toch iets sneller en na een kwartiertje lagen er 2 kermits op hun bord. Daarna hebben we nog een afscheidsbiertje gedaan bij een bar bij ons hotel op de hoek.
In onze straat waren ze blij dat we weggingen. Of zou deze uitmonstering toch iets met Tet te maken hebben. Het was weer een mooie reis. Van oud en nieuw in Cambodja tot de laatste avond in Saigon. Wij eindigden de vakantie zoals we hem begonnen. Met een biertje wachtend op ons vliegtuig.