Laos 2007

Na 2 keer Thailand en vorig jaar Cambodja en Vietnam hadden we dit jaar het plan opgevat om een ander land van voormalig Indochina te bezoeken, te weten Laos.

Vanuit Nederland kan je niet naar Laos vliegen dus een retour Bangkok is de beste (en leukste) oplossing. Op 1 januari was het zelfs in Bangkok erg rustig.

Thailand, Bangkok. 1 januari 2007.

De inwoners van Bangkok op weg naar een van de vele tempels om met offers een goed 2007 af te dwingen. Op maandag loopt tegenwoordig iedereen in het geel. Dit vanwege het 60 jarig jubileum van de koning.

Met de expresboat naar Wat Po. Voor 18 Baht (ongeveer 40 eurocent) bespaar je jezelf een heleboel tuk-tuk en taxi-ellende.

Aan de overkant ligt Wat Arun. Tijd om van boord te gaan dus.

We kwamen niet voor de liggende (reclining) Boeddha naar Wat Po. Die hadden we al eens gezien. Wat Po is de universiteit als het gaat om Thaise massages. En na een lange vlucht is dat heerlijk.

In Chinatown is het ouderwets dringen en Vespa’s kijken geblazen.

Wat Saket met daarin Golden Mount (Phu Khao Thong)  is een van de weinige standaardbezienswaardigheden die we nog niet gezien hadden. Dus in de middag op weg naar deze tempel.

Daarna op weg naar station Hualampong voor de nachttrein naar Nong Khai.

Na een onrustig nachtje tussen de Thaise families die allemaal om 9 uur gingen slapen kwamen we de volgende dag aan in het grensplaatsje Nong Khai.

Aan de grens het visum aanvraagformulier invullen. En wachten tot dit klaar was. Voor Nederlanders was dit visum 35 dollar. Als je uit Canada kwam had je pech. Dan moest je maar liefst 42 dollar afrekenen.

Laos, Vientiane.

De Mekong als natuurlijke grens met aan de overkant Thailand.

Met een tuk-tuk op weg naar het nationale symbool van Laos. Pha That Luang. Op de weg ernaar toe kom je langs de Laotiaanse versie van de Arc de Triomphe Patuxay. Daarover later meer.

Op het terrein van de stoepa staat een beeld van Jayavarman de zevende. Dit was de laatste koning van Angkor. Ook schijnt er een haar van Gautama Boeddha te worden bewaard.

`

Het symbool van Boeddhisme en de Laotiaanse soevereiniteit. Een dag later stond in de Vientiane Times dat er een scheur was ontdekt in Pha That Luang. Wij hadden daar niets mee van doen.

Patuxay is gebouwd met het cement dat de Amerikanen gegeven hadden voor de bouw van een vliegveld, de Laotianen hebben er hun eigen Arc de Triomphe mee gebouwd. Een oerlelijk ding maar bovenop had je wel uitzicht over de hoofdweg en skyline van Vientiane.

Collega Jacqueline was precies twee weken voor ons in Vientiane. Bij het riverside restaurant had ze geld achtergelaten voor 2 Beerlao’s. Met handen en voeten proberen uit te leggen hoe de vork in de steel zat hebben we toch maar zelf onze biertjes betaald. Meneer Thong bleek spoorloos met de 16.000 Kip 🙂

Als echte Nederlanders zijn we opgegroeid met de fiets. En dus hebben we voor het duizelingwekkende bedrag voor 1 dollar per dag een fiets gehuurd om langs alle tempels in Vientiane te fietsen.

Wat Si Saket.

De binnenmuren van het klooster bevatten meer dan 2000 kleine nissen met zilveren en keramische Boeddhabeelden. Ook zijn er meer dan 300 staande en zittende beelden van Boeddha in hout, steen, zilver en brons. De meesten in 16e tot 19e-eeuwse Vientiane-stijl. Er zijn ook een paar oudere beelden in 14e en 15e-eeuwse Luang Prabang stijl. Aan de westkant van het klooster is een stapel van vernietigde en halfomgesmolten Boeddhabeelden, daterend van de Siameze inval in 1828.

That Dam (Black stupa) En natuurlijk kwamen we langs het Nationale stadion. Even een babbeltje gemaakt met de Hugo Borst van Laos en daarna even binnen kijken.

Een communistische tennisclub (let op de hamer en sikkelvlag) waar vind je ze nog? (niet in Hillegerschberg in ieder geval)

Het scorebord met de onvermijdelijke Beckham.

Een herbal sauna bij Wat Sok Pa Luang en we konden er weer tegenaan.

Een van de vele Franse invloeden.

De markt.

Nog een keer Laab eten in Vientiane.

Met Lao Airlines naar Luang Prabang.

Laos, Luang Prabang.

Luang Prabang is een World Heritage Site. Een grote verzameling tempels, kloosters en oude Franse koloniale gebouwen.

De ene tempel is nog mooier dan de andere, hier een impressie van de mooiste foto’s.

De trappen op van de berg Phu Si voor een uitzicht over Luang Prabang.

Boven op de berg nog een deel van de artillerie van een van de vele strijden die in Laos gewoed hebben.

Onze bijdrage vereeuwigd voor de bouw van een zondag Boeddha. Dat hij Feyenoord maar veel geluk mag brengen.

Een Laotiaanse specialiteit. Kleefrijst met gefrituurd zeewier. Was erg lekker.

Een wat met wat minder pracht en praal maar wel mooie stoepa’s.

Op zondag gedaan wat veel Laotianen ook doen. Naar de watervallen van Kouang Si.

Waar ook een tijger (Phet) woonde die uit de handen van stropers is gered.

De nog niet zichtbare Jeroen klimt net als de Laotianen in de boom.

Springt…..

En komt weer boven.

Nog 1 tempel en de dag erna op weg naar Oudomxai.

Met nog 22 man in deze lijnbus. Jeroen krabt op zijn hoofd en vraagt zich af hoe dit ooit gaat passen.

De wegen waren op sommige plekken niet al te best en vaak nog in aanbouw.

Oudomxai is een heel saai stadje.

Laos, Luang Namtha.

Met een Songthaew (letterlijk vertaald 2 banken, en dat hebben ze ook deze omgebouwde pick-ups) naar ons huisje in Luang Namtha.

Uitzicht vanuit ons verblijf in Luang Namtha.

Ons huisje in Luang Namtha.

We waren de enige twee gasten.

In ons jeugdig enthousiasme hadden we een 2-daagse trekking geboekt naar het Khamu-dorp Ban Nalan. En dat hebben we geweten. Het was erg zwaar. Zeker voor 2 niet-lopers.

Lunch.

Voor de lunch stijgen, na de lunch afdalen naar het dorp Ban Nalan. In totaal 5 uur lopen. Op gympies!

Het dorp Ban Nalan.

Er was een bruiloft aan de gang en het merendeel van de plaatselijke bevolking was al behoorlijk in de olie. Een aggregaat verzorgde dat er stroom was voor het draaien van mierzoete Lao-pop. Wij moesten aan tafel aanschuiven en het ene glas LaoLao (een soort whisky) na het andere achteroverslaan. Zelfs beleefd weigeren was onmogelijk.

Jong en oud wilde op de foto.

Daarna moesten wij bij het stamhoofd komen om mee te drinken van de Lao Hai. Wijn van gefermenteerde rijst wat je drinkt uit een grote klei-pot. Iedereen moest minimaal twee rietjes drinken. Sandra was de enige vrouw tussen alle mannen.

De priester die het huwelijk moest zegenen.

Versere kip als in Ban Nalan zullen we nooit meer krijgen. In de hut naast ons werd een kip gepakt, opgehangen aan een touwtje en daarna bereid. Was best lekker en het geeft een andere dimensie aan het begrip ‘vroeg uit de veren’

Varkens houden van warmte, Sandra voorziet ze van een vuurtje.

Maar bij deze vlammen bleven ze weg.

En via een nog zwaardere weg terug naar Luang Namtha. We hebben behoorlijk afgezien op de terugweg en doen dit echt nooit meer (dachten we). Maar de belevenis van de bruiloft was geweldig.

Hier lacht Jeroen nog…………

Laos, Vieng Phoukha.

Ons huisje in Vieng Phoukha was van alle gemakken voorzien.

Huisdieren…

Licht, elektriciteit en een minibar 😉

In het dorpje zelf waren wij op dat moment de enige twee falang (buitenlanders)

De markt met overheerlijke buffel(huid?) sate’s. In Vieng Phoukha wilden we de ruines bekijken van Khuu Wieng en Wat Mahapot, dit kan alleen onder begeleiding van een gids van het trekking project. We hebben de gids duidelijk proberen te maken dat we alleen de ruines wilden zien en geen bergen.

Na een half uur klauteren op weer zo’n kolereberg kwam de aap uit de mouw. Hij dacht dat we alleen bergen wilden zien en had ons door een pad (wat nauwelijks pad was te noemen) een berg op geleid. De hele terugweg had hij twee mopperende en glibberende Peenvogels achter hem aan. Die ruines hebben we maar gelaten voor wat ze waren…..

De lunch maakte wel veel goed. Dat dan weer wel……

Volgens de reisboeken zou het traject Vieng Phoukha – Huay Xai (aan de grens met Thailand) zo’n 5 uur moeten duren. Mede door de financiering van China voor de aanleg van een nieuwe snelweg dwars door Laos heen (enkel en alleen om de handel met Thailand ten volle te kunnen benutten) deden we er nu drie uur over. De snelweg zelf is nog lang niet af.

Met een boot de Mekong over voor de laatste keer deze reis. Thailand ligt aan de overkant. Thailand, Chiang Khong.

De gerestaureerde Wat vlakbij ons hotel.

Vanuit Chiang Khong een nachtje in Chiang Rai. Daarvandaan de VIP-bus genomen naar Chiang Mai. Kostte wel 260 Baht.

Maar dan heb je wel een mooie ligstoel.

De stadsmuren van het oude centrum van Chiang Mai. De tweede stad van Thailand. Het was de tweede keer dat we in Chiang Mai waren.

De markt in Chiang Mai.

Met de nachttrein terug naar Bangkok. Daarvandaan door naar Jomtien aan de Thaise oostkust. En toen was het tijd voor lekker eten, bier….

En onze dagelijkse zwembadbasketbal competitie. Die door Sandra gewonnen werd.

Impressie van ons overvolle strand. Maar na een week relaxen was het tijd om weer naar Bangkok te gaan.

Nog 1 keer Thais eten en nog een lekkere Singha. Daarna terug naar het koude Nederland.

Jouw reactie hier!