“En, spelen er eigenlijk ook meisjes in je klas Fortnite?”
Zoals altijd loopt Bastiaan iets achter me op weg naar school. Zijn handen zijn gestoken in de zakken van zijn korte broek en hij heeft net honderduit over skins en geweren uit Fortnite verteld.
“Ja. Eentje. Daar heb ik laatst tegen gespeeld. Maar omdat ze het nog niet zo goed kon vroeg ze of ik niet al teveel mijn best wilde doen. En toen heb ik op de iPad alle knoppen maar omgedraaid zodat het moeilijker voor mij werd. Als ik dacht te springen dook ik, en andersom.”
We grinniken allebei om deze actie en ik vertel hem dat het goed bedacht én heel aardig van hem was. Even lijkt het erop dat hij de uitkomst van het spelletje wil verzwijgen. Zou hij door zijn hoffelijkheid verloren hebben? Dan doet hij dat nooit meer.
Maar vlak voor het zebrapad klinkt het een halve meter achter me:
“Maar ja, toen won ik alsnog.”
Gelukkig maar 😉