Bij de babyslangen stond een jonge vrouw naast me met een tatoeage op haar keel. Ook de rest van haar lichaam, en gezicht, was voorzien van tattoos. Haar dochter was zo te zien dezelfde leeftijd als Bastiaan en samen keken ze naar het terrarium hoe een python een muis aan het opeten was.
De oma van het meisje, een vrouw die niet veel ouder dan mij was, kwam niet veel later aan met het broertje van het meisje. Ook oma was ruim voorzien van permanente lichaamsversiering, het jochie droeg een nieuw Feyenoord-shirt met nummer 9. Daarboven stond in grote letters ‘Nicky’. Hij was een van de vele kinderen die tijdens jeugdvakantieland een shirt van mijn favoriete club droeg.
Hoe anders was dat een dag ervoor? Tijdens duizel in het park zat ik maniakaal de pagina op mijn telefoon te verversen voor een nieuwe tussenstand uit Groningen. Voor mijn gevoel was ik de enige die wilde weten hoe Feyenoord het er vanaf bracht. De vrouwen op het festival droegen zomerjurkjes en de onvermijdelijke kleding van Desigual. De mannen hadden nog steeds wit-blauw gestreepte matrozenshirts aan met een V-hals. De baarden, die in 2015 zo prominent aanwezig waren in Rotterdam, waren afgeschoren waardoor ze nu meer op dekzwabbers leken dan op stoere zeebonken. Een crêpe met nutella kostte er 3,75. Rotterdam-zuid was hier vandaan letterlijk de andere kant van de stad.
Na de slangen wilden Bastiaan en zijn vriendje weer naar de springkussens aan de andere kant van Ahoy. Bij een stand van Cartoon Network kregen ze van een Marokkaanse vrouw een masker van Buttercup van de Powerpuff-girls. Ik heb zelden iemand Buttercup zó Rotterdams horen uitspreken. Op het stoeprandje bij de springkussen zat een vrouw naast me die in een kwartier tijd twee blikjes red bull dronk. Ze glimlachte naar haar zoontje en daarna naar mij. Het viel me op dat ze géén tattoos had. Een van de weinigen.
Op Duizel konden kinderen in een tent luisteren naar een verhaal, op jeugdland ontaarde de geoefende choreografie op het podium in een gezellige chaos waarbij jongens en meisjes dansten zoals in videoclips van rappers. Het plezier spatte er van af.
Bij de pony’s loog een vader dat Ahoy bijna dicht zou gaan. In zijn mondhoek hing een joint, blijkbaar kon hij niet wachten om hem aan te steken. Naast hem stonden drie vrouwen in een Salwar Kameez, een jurk die we in India ook vaak zagen. Bastiaan speelde een spelletje met hun zoontjes, wie het eerste door deze opblaastunnels heen was.
Vroeger was ik jaloers op kinderen met een Rotterdams vakantie-paspoort, ze konden daarmee namelijk gratis naar Feyenoord toe. Pas later kreeg ik in de gaten dat voor veel van deze kinderen jeugdvakantieland hun hoogtepunt was in een lange zomervakantie in de stad. Bedoeld voor mensen die niet (altijd) op vakantie konden gaan. Waar een ritje op een pony in de schaduw van Ahoy hetzelfde voelde als een week ponykamp voor de kinderen die ik op Duizel zag.
Gisteren in Ahoy zag ik weer eens de bevestiging van wat een diverse stad Rotterdam eigenlijk is. Voor mijn gevoel lichtjaren verwijderd van Duizel kochten we een bakje popcorn. Een vrouw met een buggy voor een tweeling en aan beide zijdes een blond kindje met blauwe ogen droeg een hoofddoek, om haar schouders bungelde een rugtas. Op de rugtas prijkte het logo van Feyenoord.