De mei-maand van 2012 is een mooie gelegenheid om terug te blikken op dezelfde mei-maand 10 jaar geleden.
Om nu te zeggen dat wij hier grote fans van de Nationale voetbalbond zijn nee. Maar zeker één keer was ik wel erg blij met ze. Na de uitwedstrijd in het UEFA-Cup toernooi in Eindhoven kon je op de website van de KNVB een aanvraag doen voor kaarten voor de finale die op 8 mei van dat jaar in onze eigen Kuip zou plaatsvinden.
Er was nog een lange weg te gaan en de kans leek mij groter dat we bij Internazionale-AC Milan zouden zitten op deze meidag in Rotterdam. Maar je wist het maar nooit hé. Dus heb ik iedereen aangespoord hetzelfde te doen. Aanvragen die kaarten! en mochten andere clubs in de finale staan dan kon je ze vast nog wel slijten op de zwarte markt.
Toen de finale eenmaal gehaald was werd duidelijk dat mensen die een uitkaart hadden ook in aanmerking zouden komen voor een kaartje (het was immers een wedstrijd op neutraal terrein) en waren wij sowieso verzekerd van een kaartje.
Niettemin was ik erg blij dat deze brief vijf dagen na de return tegen Internazionale op de deurmat viel. Zodoende waren Annemieke en kleine Smit ook verzekerd van een kaartje. 4 kaartjes vak KK voor 55 euro per stuk. Op de dag van de finale zag je dat heel veel Feyenoorders bij de KNVB een kaartje hadden besteld. In de ‘neutrale’ vakken zaten alleen maar Feyenoorders, maar daarover meer op 8 mei.
Onze kaartjes die we via onze uitkaart hebben gekocht hebben we verkocht aan twee bekenden die achter het net hadden gevist tijdens de enorm lange rijen bij de ticketboxen in den lande.
Het verkopen van die kaartjes was nog erg grappig. Ik voelde me een beetje Hennie Huisman toen we de winkel inliepen waar die kerel werkte om het kaartje te verkopen reageerde hij nogal verbaasd. Hij vroeg me wat ik dan wel niet voor die kaartjes wilden hebben, op internet gingen ze voor meer dan 300 euro. Mijn antwoord was “gewoon 30 euro per stuk, dat heb ik er ook voor betaald. We zijn immers geen *”
Hij had op dat moment echter geen geld bij zich en belde zijn zus om het te komen brengen. Blijkbaar was hij bang dat ik alsnog weg zou lopen met het kaartje want vijf minuten later kwam zijn zus met piepende banden de stoep op gereden. Het verkopen van een kaartje voelde nooit zo goed. Wat wás die kerel blij zeg.
Hoe dichter we bij de finale kwamen hoe bijgeloviger ik werd. Mijn eerste wedstrijd zag ik in ’85, de finale was op 8-5 en op dat moment had ik een vaste plek op vakkie-N op rij 8, stoel 5. Dit kaartje moest wel geluk brengen.
* invullen naar wat u goeddunkt….
Mooi verhaal.
Zelf was ik destijds dolblij dat de lokale Hindoestaanse sigarenboer 2 kaarten had weten uit te draaien.
“Geef me maar een fles bacardi”, was zijn reactie. Verwacht je dan weer niet.
Wat een dagen waren die laatste weken van april en de eerste week van mei 2002 hé. Achteraf gezien een godswonderT dat we dat ding ooit gewonnen hebben. Dat gaat geen Nederlandse club ons de komende tien jaar nadoen.