De sneeuw dwarrelde zachtjes neer op de groene grasmat en de vierde official hield het bordje omhoog met rode en groene cijfers. Net zoals de test bij de opticien viel het groene cijfer mij meer op dan het rode cijfer, nummer zeven kwam in het veld, nummer zes ging eraf. Karim El Ahmadi liep onder luid applaus naar de zijkant. De onbetwiste leider op het veld maakte de aanvoerdersband los en deed deze bij de onbetwiste leider buiten het veld om.
Het had wel wat weg van een middeleeuws ritueel. De ene aanvoerder die de band bij de andere aanvoerder om doet, klaar voor de strijd. Het groen en wit van Rotterdam om de arm staat Dirk net iets beter dan iedere andere speler in de selectie, de band strak om zijn spierballen gespannen. De stand op het scorebord gaf 2-0 aan en de wedstrijd was allang gespeeld. Feyenoord was heer en meester en de Groningers hapten naar lucht.
El Ahmadi ging zonder te mokken naar de kant, zijn werk zat erop. Het meedoen aan de Afrika-cup en de korte rustperiode voordat hij weer het rood en wit van zijn werkgever verdedigde was hem niet in de koude kleren gaan zitten. En waarom risico lopen met je belangrijkste pion op het middenveld?
Kuijt viel anoniem in. Hij was aan het draven over het veld op een moment dat zijn ploeggenoten zich tegoed deden aan hakjes en andere frivoliteiten. Het leek erop dat ze vergeten waren om Dirk in te lichten dat ze waren overgeschakeld op galleryplay.
Het is een misverstand om te denken dat het publiek op Rotterdam-zuid alleen maar van werkvoetbal houdt. Een cliché waarmee vooral de landelijke pers de club in een bepaalde hoek wil duwen. ‘De ruige havenstad met zijn werkvoetbal’ en ‘niet lullen maar poetsen’. Inderdaad, als het niet gaat zoals het moet dan moet het maar zoals het gaat. Maar ook in De Kuip worden hakjes, mooie passeerbewegingen en crosspasses gewaardeerd. Zolang het maar effectief is.
Na afloop liet Kuijt zich van zijn meest knorrige kant zien maar ook hij moet vanaf de bank gezien hebben dat zijn logische vervanger op het veld erg goed speelde. Er komen nog een paar wedstrijden aan waarin Dirk zijn grote waarde voor het elftal kan laten zien. Wedstrijden waarin er geen plaats is voor frivoliteiten. Vanaf deze plek roep ik Dirk op om zich dit handjevol wedstrijd te schikken in zijn rol binnen- en buiten het veld. Als het uiteindelijke doel (iets wat ik hier niet uitspreek) gehaald wordt verdient hij een standbeeld bij De Kuip (al moeten we ervoor collecteren op wedstrijddagen).
Een onderschrift op zijn sokkel weet ik al. Dirk Kuijt, de ultieme werkvoetballer. Hij jaagde zijn droom achterna. Het Legioen is hem eeuwig dankbaar.
Naschrift : deze column verscheen in de maart-editie van de Hand in Hand.