Bij het stoplicht in de verte zie ik hem al staan. Zijn pak kleurt mooi bij de motor die hij rijdt. Achterop zit zijn vriendin, ze draagt gelukkig gewone kleren. Uniseks kleding is vreselijk, bij motorstelletjes is het zelfs potsierlijk. Het harde geluid van mijn uitlaat weerkaatst tussen de huizen op de schiekade.
De motorrijder kijkt achterom en had waarschijnlijk een ander voertuig verwacht dan de grijze Vespa die naast hem komt staan. Ik lach vriendelijk maar zittend op zijn sportmotor neemt hij me niet voor vol aan. Bij het stoplicht ben ik sneller weg dan hem en dat is waarschijnlijk tegen het zere been. Eruit gereden worden door een scooter laat hij zich niet overkomen, maar pas bij het hofplein heeft hij me ingehaald. De geur van uitlaatgassen wordt versterkt door de warmte in de stad. Prima weer voor terrasjes en toeristen, maar van toeristen geen spoor op deze mooie lente-avond in april.
Het licht gaat op groen, sneller dan zijn vriendin zou willen trekt hij op. Ik vervolg mijn weg rechtdoor over de Coolsingel waar een cameraploeg uit Azië opnames maakt van het stadhuis. Waarschijnlijk weer een reisprogramma dat de loftrompet steekt over Rotterdam. Door het onschuldige ge-race over de Schiekade ben ik eerder dan verwacht bij de SKVR en ik zie een groepje mannen in overalls aan de overkant lopen. Werklui in plaats van toeristen, Rotterdam ís een workingclass stad.
Naschrift: ik volg sinds deze week een cursus schrijven. Dit was de eerste opdracht. Beschrijf je heenweg naar de cursus. Ik ben er echt superenthousiast over.
Was dit een fictie of non-fictie opdracht?
De waarheid lag in het midden Wout. Je mocht het beschrijven zoals je wilde. Laten we zeggen dat het in mijn geval 70% op waarheid berust 😉