De Roparun begint waar die eindigt. Met bier en een feeststemming. Op het uitgestrekte terrein van vliegbasis Twente viel er bij de meesten van ons team een last van hun schouders af. Bij mij in ieder geval wel. We waren op de startlocatie, alle spullen waren mee en iedereen was er op zijn manier klaar voor. Het enige wat we nu nog hoefden te doen was 530 kilometer richting Rotterdam lopen.
Ik zeg wel lopen en het evenement heet de Roparun, met nadruk op run maar dat dekt de lading allerminst. Het is het team van kwartiermakers, fietsers, chauffeurs en masseurs die ervoor zorgen dat de lopers uiteindelijk op de Coolsingel terecht komen. Het enige wat de lopers moeten doen is de ene voet voor de andere zetten. Zo simpel is het.
Aan de voorbereiding gaat maanden van planning vooraf en iedereen draagt daar op zijn manier een steentje bij. De ene regelt vrachtwagens, de andere regelt eten. Weer een ander verkoopt een miljard loten. Enzovoort, enzovoort.
Na een avond vol jolijt met Nelli Cooman, Bas Nijhuis en Grease was het op zaterdagmiddag tijd om te vertrekken. De starttijd was om 14:20 en door een niet goed doorgekomen wijziging was onze snelheid op 11,5km/h gezet terwijl een stukje langzamer realistischer zou zijn. Aan de andere kant wil je ook niet te vroeg door de Hoeksche Waard heen want dan staat er nog geen kip op straat. We besloten het zo te laten en mikten erop dat we twee etmalen later wel weer in Rotterdam zouden zijn. Menno en ik hadden Wim beloofd een interview te geven dus zaten we op een warme zaterdagmiddag in een studio ons verhaal te doen met een lach en een traan.
Thunderstruck
Uit de boxen klonk ons aangevraagde nummer ‘Thunderstruck’ van AC/DC. Een nummer waar je keihard ‘Sander’ op kan zingen want hij was toch de man die de kern van dit team ooit bij elkaar bracht in team Gers. De rest van de mensen hebben we geronseld in onze vrienden- en kennissenkring al heet dat bij team Jatogniettan geen ronselen maar inluizen.
Het was alleen een beetje jammer dat het nummer gedraaid werd ná onze start. Ik denk niet dat startloper Walter de gitaarsolo van Angus Young gehoord heeft. Die was allang vertrokken met Sandra en Pascal als fietsers aan zijn zij. Brigitte complementeerde het startende viertal. In de verte trokken Novanyo en Bastiaan een sprint naar hun busje om Jan en Frank vier kilometer verderop te brengen. Daar zou het grote aftikken beginnen.
Team B at, wachtte en reed uiteindelijk richting Winterswijk, de plek van de eerste wissel. Het was warm die zaterdagmiddag dus een ijsje ging er wel in. En laat er nu net een grote gele M in de buurt van de beoogde wisselplek zitten. Een praatgraag meisje met panteroortjes vertelde in vijf minuten een nogal complexe gezinssituatie en in de verte zat team 112 achter het hek van de plaatselijke brandweerkazerne te zonnen. Winterswijk was voor veel teams een wisselplek.
Pascal, Sandra en Walter kwamen de hoek om en niet veel later het busje ook. Etappe 1 zat erop. Nu was het, na het socializen, onze beurt om op pad te gaan. Deborah keek even een paar wissels de kat uit de boom en het treintje liep soepel. Door de mooie omgeving van de achterhoek waar naarmate de avond vorderde de plaatselijke jeugd met bier onder de snelbinders voorbij kwam fietsen. Die gingen brommers kiek’n, een activiteit waar tijdens de Roparun geen tijd voor is. Er moet gelopen worden.
Zonsondergang
We gaan naar Doetinchem richting Zevenaar en komen langs boerderijen en uitgestrekte akkers. Veel interactie met de weinige mensen langs de kant van de weg is hier niet. De Roparun is hier nieuw en vol verbazing kijken sommigen naar de bonte stoet lopers en fietsers die gestoken in lichtvestjes voorbijkomen. Een man in een scootmobiel vraagt waar dit voor is. Als ik antwoord dat het de Roparun is krijg ik een afgemeten ‘ow’ als reactie. Ik moet er wel om lachen en de eerlijkheid gebied me te zeggen dat je in Noord-Frankrijk ook door uitgestorven dorpen komt. Het maakt de schitterende zonsondergang niet minder mooi.
In Zevenaar heeft team A gerust op de parkeerplaats van een voetbalvereniging waar we spontaan de kleedkamers en douches mogen gebruiken. Ook dat is de Roparun, improviseren en gastvrijheid als men eenmaal weet waar we het allemaal voor doen.
Als ik, voor mijn gevoel na vijf minuten, wakker word gemaakt zijn Peter en Menno gestoken in Lederhosen wat het startsein betekend voor een ‘Duitse’ etappe. Vijf uur lang schlagers gelardeerd met een mopje Rammstein en wat Deutsche Welle. Warum nicht. Het aftikken gebeurt in Wijchen en de stemming in Team A is opperbest. Ze gaan ook best hard.
De zon komt op, de vogels worden wakker en wij lopen richting Sevenum. De volgende provincie op onze tocht. Een tocht die langs veel gehuchten gaat waar Sandra en ik de afgelopen jaren in huisjes een weekendje met vrienden en familie weg zijn geweest. Veulen, Leunen, Stevensbeek. Ik herken veel plekken tijdens deze etappe.
En na een rookworst, niet in Bertry maar in Horst, lopen we Sevenum in en blijkt onze wissel op exact dezelfde plek te zijn als tijdens de vorige (aangepaste) Roparun. Ook toen bleven we, door Corona, in Nederland.
In Sevenum treffen we een opgeladen Team A aan. Ze hebben zelfs tijd gehad voor een bak koffie op een terras. De wissel vindt plaats op een rode loper en door de drukte in Sevenum zijn we zo langs een checkpoint gelopen zonder deze af te tekenen. Kan gebeuren en blijft zonder gevolgen.
In Sevenum slapen we bij een tuinder en alle weersvoorspellingen kwamen uit. Het begon met regenen en de bedjes werden verplaatst naar de schuur van de tuinder. Ondertussen werden mijn ledematen wel wat strammer en ik was blij dat Ilona me op de weg hield en Astrid deed hetzelfde bij Saskia en Deborah. Het thema deze etappe was Miami Vice/80’s en muzikaal was dat stukken beter.
De zondvloed
Na een broodje met ei was het alweer tijd om naar Eindhoven te gaan. En onderweg werd het weer slechter en slechter. We hadden medelijden met Team A maar ook met onszelf. Het beloofde een natte dag te worden. En zo geschiedde.
Vanaf onze wissel in Eindhoven, niet veel later volgde op het nieuws het bericht dat mensen in Zuidoost Brabant binnen moesten blijven, kregen we regen. Heel veel regen. Na de finish zei ik gekscherend dat er zoveel water op straat lag dat de dieren al in paren stonden te wachten op de Ark van Noach en daar was niets van gelogen.
Saskia en Richard waren als trailers in hun element qua plassen stampen, mij ging het iets minder soepel af. Ik moest werken voor iedere kilometer. Na de Lansingerlandrun kreeg ik Corona en daarna ging het hardlopen me wat minder af. Tel daar een paar Europese uitwedstrijden én een vakantie in Griekenland bij op met souvlaki, Mythos en ouzo. Enfin, het viel me soms niet mee. Maar dat komt denk ik ook omdat je weet wat je te wachten staat. Tijdens mijn eerste Roparun was alles een verrassing.
Wat ik niet wist wat ons te wachten stond was een gratis overnachting bij Europarcs. Team A stond op een dusdanige kloteplek dat Nikki en Johan op zoek zijn gegaan naar een alternatief. Dat bleek een soort personeelshuisje te zijn op een vakantiepark waar wij volledig en Team A gedeeltelijk gebruik van konden maken. Warm slapen en patat met frikandel. Of eigenlijk friet want we waren nog in Brabant.
Wakker worden, eten en gemasseerd worden en op naar de wisselplek bij Etten-Leur. Team A had écht hardgelopen en enorm veel teams ingehaald en kan op weg naar het zwembad in Halsteren dat altijd als een soort baken tijdens onze Roparuns fungeert. Eenmaal in Halsteren kun je douchen en zwemmen en de wetenschap dat er daarna nog minder dan 100 kilometer te gaan is.
Het eerste deel van onze etappe naar Halsteren toe was nogal saai. Langs een industriegebied, door een woonwijk in aanbouw waar we even dachten van de route af te zijn richting Roosendaal. Daar was gelukkig wel wat (dronken) volk op de been. Niet zo gek want het was inmiddels drie ’s nachts.
Na een paar goodiebags in Roosendaal kwam Ossendrecht op de borden te staan. En Ossendrecht is een normale doorkomstplaats. De afstand naar Ossendrecht (en naar Halsteren) was op de borden en Google-maps verder dan gedacht en een korte berekening leerde dat wij als organisatie een foutje hadden gemaakt. De etappe zou langer zijn en dat konden we ons Team B niet aandoen.
De zegetocht
Er werd gebeld met de kwartiermakers en zoals het de Roparun betaamd werd er een oplossing gevonden. Team A zou richting Bergen op Zoom komen en een aantal kilometers van ons erbij nemen in hun run-bike-run van Halsteren naar Numansdorp.
In het zwembad was het even zwemmen, douchen en slapen om niet veel later, door Sandra, wakker gemaakt te worden. Het was tijd om op pad te gaan naar Numansdorp. De laatste wissel, de laatste etappe. Een etappe die doorgaans heel feestelijk is maar die door de meldingen van buienradar ook zijn schaduw vooruitwierp. Hoeveel regen zou er vallen?
Best veel. De zegetocht door de Hoeksche Waard is altijd een van de hoogtepunten van de Roparun. Bij mooi weer staan de straten vol met mensen. Maar het was helaas geen mooi weer maar toch stonden er nog genoeg mensen op ons te wachten. Familie, vrienden en totale onbekenden gaven ons applaus en een beetje vleugels. We wilden niet te laat op de Coolsingel dus er werd weer flink doorgelopen.
Door de tunnel, richting Barendrecht en uiteindelijk de A15 over Rotterdam in. Langs De Kuip en toen was daar de finish. Waar nieuwe loper Walter mocht starten daar mocht nieuwe loper Deborah finishen. Terecht want beiden deden het uitstekend. Op de Kop van Zuid weer veel vrienden, familie en supporters en ook heel veel wind. Koud en nat werden de fietsen aan de hand genomen en liepen we over de Erasmusbrug richting Coolsingel. Dennis kwam met bier en Menno en ik moesten weer zo nodig de getapte jongens uithangen in de studio van Roparun TV. Medailles, anjers, bier en bittergarnituur markeerde het echte einde van deze 530 kilometer.
Wat een uitslover ben ik toch ook. Zie fragment hier (klikkerdeklik).
Vanuit de grond van mijn hart wil ik iedereen bedanken voor dit avontuur. Familie, donateurs en sponsors maar vooral mijn teamgenoten Pascal, René, Richard Kloos, Richard Scheenjes, Brigitte, Deborah, Frank, Patric, Jan, Saskia, Walter, Leo, Warren, Johan, Ilona, Astrid, Bastiaan, Novanyo en Peter.
Mijn partners in crime Menno en Nikki zonder wie we dit nooit voor elkaar hadden gekregen en dikke liefde voor Sandra die haar eerste Roparun lachend op de fiets onderging. Wanneer is het weer Pinksteren?