Minutenlang galmde het door De Kuip “aan ons nu de glorie, het dal is voorbij. De mensen staan weer in de rij”. Het werd gezongen met een bijna blinde devotie die je doorgaans alleen bij strenggelovigen ziet. Niet voor niets wordt beweerd dat Feyenoord een religie is. Een religie waar de somberste tijden slechts heel af en toe ingewisseld wordt voor wat moois. Eerst flink lijden voordat er wat te vieren valt.
In de VI van deze week stond een conclusie die ik zaterdag op vak RR ook al trok. Ongeveer alle liedjes die er over Feyenoord gemaakt zijn komen voorbij (en de meeste klinken stukken beter als ze langzamer gezongen worden zoals afgelopen zaterdag in plaats van afgeraffeld te worden zoals doorgaans het geval is). Maar nog geen een keer heb ik ‘we worden kampioen’ gehoord in De Kuip.
Gepokt en gemazeld door seizoenen vol ellende en rampspoed durft bijna niemand het na 20 redelijk foutloze wedstrijden (op Go Ahead Eagles uit na) het hardop over een kampioenschap te hebben. Ook mij zul je het woord Coolsingel niet horen bezigen. Feyenoord heeft nog 14 finales te gaan. 14 wedstrijden vol potentiele bananenschillen. Zes thuiswedstrijden en acht uitwedstrijden. Uitwedstrijden waar Feyenoord niet ieder seizoen de volle buit pakt. Maar dat gold dat ook niet voor de wedstrijden in Eindhoven, Alkmaar en Groningen eerder dit seizoen?
Over een wedstrijd of zes kunnen we zeggen waar we echt staan. Als we dan uit volle borst de volgende tekst zingen dan geloof ik er ook in.
“We zijn niet te stoppen, we blijven nu gaan. Ja, Feyenoord blijft bovenaan”