Op weg naar het Museon kakelt Bastiaan er lustig op los. Over dat hij een papegaai als huisdier wil hebben en dat hij iets gezien had bij zijn nichtje. Iets doorzichtigs waar ze haar centjes op een bepaalde volgorde in kon stoppen.
‘Een spaarpot?’ vraag ik aan hem. Op de achterbank valt een stilte en er klinkt even later een bevestiging. Ja, het was een spaarpot. Precies tijdens het nieuwsbulletin van 11 uur valt de spraakwaterval stil. Op de radio horen we de nieuwslezer vertellen dat er een kindje van twee is overleden.
Op de vraag hoe dat kan gebeuren moet ik hem een zinnig antwoord schuldig blijven. Op een of andere manier slaagt Bastiaan er altijd in precies dit soort berichten te horen. Nooit eens dat er een politieagent een eenden-familie heeft geholpen met oversteken.
In het Museon gaat hij als een wervelwind van de ene dinosaurus naar de andere. Bij de T-rex staat een peuter aandachtig te kijken. Bastiaan zegt dat deze vroeger mensen aten en de peuter kijkt snel waar zijn moeder gebleven is. Voor de zoveelste keer leg ik uit dat de dinosauriërs miljoenen jaren geleden leefden, en er toen geen mensen waren.
De eerste verdieping staat vol met opgezette dieren en modellen van de Homo Erectus. Waarom sommige dieren uitgestorven zijn spreekt vandaag weer eens tot de verbeelding en ik krijg vraag na vraag naar mijn hoofd geslingerd.
Bij een tentoonstelling die plaats vindt in een soort van kleine zeppelin zie ik dat kinderen door hun ouders worden weggetrokken. Binnen in het ovaal zijn verschillende vitrines die om de beurt praten. Ze stellen de verschillende geloven op de wereld voor. God, afgebeeld als oog met een paar cherubijntjes ernaast, praat met Boeddha en met een van de vele Hindoegoden.
Precies op het moment dat we weg willen lopen gaat het licht aan in een vitrine vol Afrikaanse beeldjes. Ze stellen afgoden voor en zeggen met een serieuze stem dat ze de ‘langgestorvenen’ zijn. Alsof hij door een magneet wordt tegengehouden blijft hij op zijn stoel zitten en stelt allerlei vragen over de ‘langgestorvenen’. Ik bereid met alvast voor op een heleboel vragen op de weg naar huis. Wanneer Boeddha het over het Nirwana heeft horen we de stem van Kurt Cobain door de speakers komen. De maker van deze installatie had wel een goede muzieksmaak, ook al maakt hij kleuters aan het schrikken.
Terug in de auto horen we het journaal van twee uur. De presentator komt met de mededeling dat er drie onthoofde zeehonden zijn gevonden. Ik hou mijn hart vast.
‘Pap?’
‘Ja, Bastiaan. Zeg het eens.’
‘Mag ik ook een spaarpot?’