Over 39 dagen sta ik, volgevreten aan pasta en pannenkoeken, aan de start van de Rotterdam Marathon. En aangezien we toch met cijfertjes bezig zijn een overzicht waar ik op dit moment sta. Op zondag 10 december ploegde ik door de sneeuw richting Bergschenhoek om daarvandaan mee te kunnen rijden richting de Bruggenloop. Dezelfde sneeuw zorgde ervoor dat ik, als een soort pinguin, weer rechtsomkeert kon maken voordat ik in Bergschenhoek was aangekomen. Het evenement ging niet door als zag ik dat pas na drie kwartier wandelen.
Gezien mijn vorm (en blessure aan mijn scheenbeen) was ik niet in staat geweest om ook maar enigszins in de buurt van mijn tijd uit 2016 te komen. In 2016 was de Bruggenloop een soort openbaring voor me. Dat ik in staat was om 15 kilometer lang 4:30/km vol te houden had ik tot die tijd niet verwacht.
Op social media kwamen op de besneeuwde zondag foto’s voorbij van andere lopers die de vijftien kilometer glibberend en wel voor hun eigen rekening namen. Zelf kroop ik met mijn dekbed op de bank voor een middagje Netflix, Feyenoord was immers ook nog eens afgelast en ik was steenkoud terug gekomen.
Een week later werd er wel weer gelopen. In Bleiswijk stonden bijna honderd Kieviten klaar voor de eerste marathontraining. Wat eerder dan andere marathongroepen werd er afgetrapt voor zestien weken lang hardlopen richting de bekendste marathon van Nederland.
Vanaf die zondag in december liep ik tot nu toe 460 kilometer hard. In vergelijking met andere lopers zijn dat veel kilometers al zie ik ook bij genoeg andere mensen dat ze er al meer kilometers op hebben zitten (leuk hé, dat Strava). Ieder heeft zijn eigen voorbereiding, en zijn eigen doel. Of er deze week nog gelopen gaat worden waag ik te betwijfelen. De vorige weken waren Sandra en Bastiaan ziek en lang leek ik de dans te ontspringen. Maar de laatste twee dagen heb ik rubberen benen. Het griepmonster probeert ook mij te pakken te krijgen. En dan kun je beter maar even pas op de plaats maken. Hardlopen met griepverschijnselen is niet aan te raden.
Maar ik heb nog negenendertig dagen dus. En dan kan ik me beter nu niet echt topfit voelen dan op zondag 8 april. Vooralsnog is mijn doel om binnen de vier uur te finishen. Ik ben van plan om weg te gaan op een gemiddelde snelheid van 5:15-5:19/km wat een eindtijd van 3:45 zou moeten opleveren. Maar realistischer is om ergens tussen de drie uur vijftig en vier uur binnen te komen. Zo’n snelle loper ben ik nou ook weer niet. En ik waag te betwijfelen of ik dat over negenendertig dagen wel opeens ben.
De Rotte, hoeveel voetstappen heb ik daar inmiddels wel niet liggen?
Groep B, afgelopen zondag zonder dames. Het ging vooral over voetbal.