Om nu te zeggen dat wij hier grote fans van de Nationale Voetbal Bond zijn nee. Maar zeker één keer was ik wel erg blij met ze. Na de wedstrijd in het UEFA-Cup toernooi in Eindhoven in 2002 kon je op de website van de KNVB een aanvraag doen voor kaarten voor de finale die op 8 mei van dat jaar in onze eigen Kuip zou plaatsvinden.
Er was nog een lange weg te gaan want de return moest nog volgen en het was immers pas de kwartfinale. De kans leek mij groter dat we bij Internazionale-AC Milan zouden zitten op deze meidag in Rotterdam, als we uberhaupt kaarten wisten te krijgen. Maar je wist het maar nooit hé. Dus heb ik iedereen aangespoord hetzelfde te doen. Aanvragen die kaarten! en mochten andere clubs in de finale staan dan kon je ze vast nog wel slijten op de zwarte markt.
Toen de finale eenmaal gehaald werd, was duidelijk dat mensen die een uitkaart hadden ook in aanmerking zouden komen voor een kaartje (het was immers een wedstrijd op neutraal terrein) en zodoende waren Sandra en ik sowieso verzekerd van een kaartje.
Niettemin was ik erg blij dat deze brief vijf dagen na de return tegen Internazionale op de deurmat viel. Zodoende waren Annemieke en kleine Smit ook verzekerd van een kaartje. 4 kaartjes vak KK voor 55 euro per stuk. Op de dag van de finale zag je dat heel veel Feyenoorders bij de KNVB een kaartje hadden besteld. In de ‘neutrale’ vakken zaten alleen maar Feyenoorders.
Onze kaartjes die we via onze uitkaart hebben gekocht hebben we verkocht aan twee bekenden, die achter het net hadden gevist tijdens de enorm lange rijen bij de ticketboxen in den lande en de niet zo handige bedieners van het systeem. Op TV Rijnmond waren soms tranentrekkende beelden te zien van mensen die naar Groningen waren gereden, de hele nacht in de rij hadden gelegen en tot hun afgrijzen zagen dat de sigarenboer ter plaatse niet met het systeem om kon gaan. En met lege handen terugkeerden naar huis.
Het verkopen van een van die kaartjes was nog erg grappig. Eentje ervan had ik bewaard voor iemand met wie ik eind jaren ’80 altijd in de bus zat als ik naar De Kuip ging. Hij stapte dan altijd in bij de Bergse Dorpsstraat en het resterende stuk hadden we het er vaak over hoe slecht Feyenoord destijds wel niet was. Ik hoorde via Fred dat hij geen kaartje had en dat hij naarstig op zoek was. Een ideaal moment om wat aan mijn karma te doen.
Ik voelde me een beetje Hennie Huisman toen we de winkel inliepen waar hij werkte om het kaartje te verkopen. Hij reageerde eerst nogal verbaasd (we hadden zijn baas gebeld of hij aanwezig was) en vroeg me wat ik dan wel niet voor die kaartjes wilden hebben want op internet gingen ze voor meer dan 300 euro. Mijn antwoord was “gewoon 30 euro per stuk, dat heb ik er ook voor betaald. We zijn immers geen *”
Hij had op dat moment echter geen geld bij zich en belde zijn zus om het te komen brengen. Blijkbaar was hij bang dat ik alsnog weg zou lopen met het kaartje want vijf minuten later kwam zijn zus met piepende banden de stoep op gereden en de deal werd gesloten. Het leek wel een transactie van contrabande. Voor het bedrag wat ze op marktplaats deden had ik een playstation kunnen kopen maar dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Het verkopen van een kaartje voelde nooit zo goed. Wat wás die kerel blij zeg.
Hoe dichter we bij de finale kwamen hoe bijgeloviger ik werd. Mijn eerste wedstrijd zag ik in ’85, de finale was op 8-5 en op dat moment had ik een vaste plek op vakkie-N op rij 8, stoel 5. Dit kaartje moest wel geluk brengen. En zo geschiedde, die playstation heb ik trouwens nog steeds niet gekocht.
* invullen naar wat u goeddunkt….
Dit artikel verscheen eerder in mei 2012. Ik hou nogal van recyclen.