Zo, dat viel me niet tegen na een weekend Engeland. Een weekend waarin ik voor het eerst weer bier dronk na een paar weken lid geweest te zijn van ‘de blauwe knoop’. Zondag kwamen we te laat aan om aan te haken bij de marathongroep en fysiek was het ook niet echt haalbaar. Je blijft toch altijd wat langer dan gedacht in de bar plakken hé.
Zodoende maakte ik mijn lange duurloop op maandagochtend. Van Berkel richting het vliegveld en langs de A13 door naar de Ackerdijkse plassen. Een mooi natuurgebied met uitzicht op de skyline van Rotterdam. Maar toen was ik pas 12 kilometer onderweg en moest ik nog wat nieuwe wegen uitproberen om niet te snel thuis te zijn. Slinderdeslang door de Oude Leede via randje Pijnacker op naar Berkel. Het schema zei 25, ik kwam op 24 uit. Die ene kilometer gaat het verschil niet maken op 9 april en ik was blij dat ik weer thuis was. In mijn eentje zo’n end rennen is niet echt iets voor mij. Ik ben meer een sociale loper, al kletsend maak ik de kilometers makkelijker.
De hele 24 kilometer lang bleef mijn harstlag prima op orde voor een lange duurloop (zie uitleg hier). Gemiddeld op 140bpm, zo’n 40 slagen onder mijn maximale inzet. Op social media zie ik geregeld plaatjes voorbij komen van trainingen waarbij het duurlooptempo niet veel afwijkt van het beoogde wedstrijdtempo. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar mijn trainer raad het ons af. Heel langzaam in het weekend, versnellingen en tempo doordeweeks. Het doel is uiteindelijk hetzelfde, op 9 april heelhuids over de finish op de Coolsingel komen.